Het gebouw van Rijkswaterstaat in Middelburg naar ontwerp van Paul de Ruiter is transparant en open door de brede plint van glas, de open gevelpartijen, de ruime centrale vide en de luchtige plaatsing van het gebouw op poten. De gevel aan de noordzijde heeft het karakter van een glazen vliesgevel met vooruitstekende verticale stijlen. De gevel aan de zuidzijde is meer gesloten. Horizontale lamellen nemen hier het teveel aan zonlicht weg en fungeren naar boven toe als reflectoren om het licht dieper in het gebouw te laten doordringen.
Het bureau Hidde werd aangetrokken voor het interieurontwerp. Op elke afdeling zijn langs de gevel open, halfopen en gesloten flexibele werkplekken gecreëerd. De indeling varieert per afdeling. De gangwanden bestaan uit (mat)glas met daarin hoge mat zwarte deuren.
Bijzondere aandacht trekken de middenzones. Hier zijn, onder het bamboe plafond van De Ruiter, afwisselend open en gesloten spreek- en bergruimtes gecreëerd. Aan beide uiteinden zijn ‘lawaaizones’ gemarkeerd door fel kleurgebruik. Op de kantoorverdiepingen bevinden zich twee exclusieve vergaderruimtes van elk twee verdiepingen hoog. De door de architect aangebrachte verticale bamboe wandbekleding versterkt de hoogtewerking.
Het meubilair in het restaurant draagt bij aan de transparantie van de ruimte doordat wit en blank hout (bamboe) als basis zijn genomen. Lage witte zitbanken zijn rondom geplaatst. Deze verstoren nergens het zicht en zijn afgewerkt met geperforeerd metaal, waardoor er aan de onderzijde licht doorheen schijnt.