Innovatieve woonconcepten

Innovatieve woonconcepten

Door: Kirsten Hannema | 30-04-2015

Na het Vinex-tijdperk, waarvoor de ‘opleverdatum’ ooit 2015 was, is het tijd voor een ander soort woningbouw. Nu corporaties vleuggellam zijn en ontwikkelaars door de crisis hun financiering niet meer rond krijgen, is de consument aan zet. Architecten zien hun kansen schoon en bestormen de markt met innovatieve concepten. De interessantste pilots op een rij.

Wie maakt Nederland, luidt het motto van het Jaar van de Ruimte 2015. Ofwel: wie gaat onze huizen (ver)bouwen en wijken opknappen? ‘Waren 25 jaar geleden bij de start van de Vinexoperatie overheden aan zet, de komende 25 jaar ligt de bal bij de gebruikers, beheerders en exploitanten van de ruimte’, zo staat te lezen op wiemaaktnederland.nl. Vinex, waarvoor de ‘opleverdatum’ ooit 2015 was, is een afgesloten hoofdstuk. Een manier van bouwen die nu, zeven jaar na het uitbreken van de economische crisis, ondenkbaar is – in zijn top-down organisatie en omvang, maar ook typologisch – een eindeloze brij eengezinswoningen.

Woningmarkt is veranderd

De wensen op de woningmarkt zijn veranderd. Het aantal eenpersoonshuishoudens groeit, net als de groep senioren, die door de wijzigingen in de zorgwet langer thuis zullen blijven wonen. Ook samengestelde gezinnen, bewoners uit verschillende culturen en het toenemende aantal thuiswerkers vragen om andersoortige huisvesting. Tegelijk groeit het aantal vacante gebouwen en terreinen, en moeten klimaatproblemen als hittestress en wateroverlast aangepakt worden. Over de precieze omvang van de woningbouwopgave verschillen de meningen. Volgens de Primos Prognose van ABF Research – cijfers die ook de overheid hanteert – stevenen we af op een tekort van ongeveer 290.000 woningen in 2020 (bron: ‘In getallen kun je niet wonen’, artikel op Archined door Jeroen Mensink, 2013). De corporaties gaan deze huizen niet bouwen; zij zijn enkel nog verantwoordelijk voor het beheer van de sociale woningvoorraad, die overigens wel hoog nodig gerenoveerd moet worden. De grote ontwikkelaars krijgen de financiering van grotere projecten sinds de crisis maar moeilijk rond. En dus kijkt de overheid naar professionals en initiatiefrijke particulieren, al dan niet verenigd in collectieven. Een kans voor de ondernemende ontwerper – een type dat tot voor kort weinig voorkwam. Nu moeten architecten wel. Elk jaar studeren alleen al aan de TU Delft 600 bouwkundigen af, waarvan een derde aan de slag wil in de architectuur – een sector die sinds de crisis is gehalveerd qua banen. Werk komt niet meer naar je toe, maar moet je creëren. En dus starten architecten zelf bouwgroepen en projecten, bestoken ze gemeentes met ‘ongevraagde adviezen’ voor tijdelijke huisvesting in leegstaande panden, en proberen ze consumenten te verleiden met nieuwe woonconcepten.

Webuildhomes

Neem Space and Matter. Het bureau is in 2009 opgericht na het winnen van de prijsvraag ‘Water voor Wonen’, uitgeschreven door de provincie Noord Holland. Hun ontwerpvoorstel voor de Wijdewormer bood een gecombineerde oplossing voor de vraag naar woningen en de behoefte aan ruimte voor wateropslag in het buitengebied. Het idee: boeren die weiland als waterbuffer inzetten, mogen in ruil daarvoor duurzame drijvende woningen op het water bouwen, om huurinkomsten te verwerven. Uiteindelijk is het plan niet gerealiseerd, maar het wekte wel de interesse van een groep Amsterdammers, die droomden van een ‘groene’ wijk op het water. Zo werd het project Schoon Schip geboren, de woonbotenbuurt die nu in Amsterdam Noord gerealiseerd wordt. Space and Matter heeft een goede neus voor latente behoeften op de markt. Met hun concept webuildhomes, een online collectie van betaalbare designhuizen, won het bureau de competitie ‘consumentgericht bouwen’, die de BNA en Neprom organiseerden. Ze willen de concurrentie met catalogusbouwers aangaan, die huizenkopers trekken met zekerheid over het bouwproces en een lage prijs. Webuildhomes voegt daar architectonische kwaliteit aan toe; onder anderen bekende bureaus als Herman Hertzberger en Mecanoo leveren ontwerpen voor de huizenbibliotheek. De woningen – er zijn er inmiddels 90 – worden gebouwd voor een vaste prijs (vanaf 171.000 euro, exclusief erfpacht) en bouwtijd (20 weken). De ontwerper ontvangt per verkochte woning een commissie van 4000 euro. Space and Matter krijgt per transactie een bepaald percentage. De eerste twee rijtjes webuildhomes zijn inmiddels opgeleverd in Den Haag, binnenkort starten bouwprojecten in Amsterdam en in Utrecht, Delft en Haarlem zijn ontwikkelingen opgestart. De ambitie is om 250 woningen per jaar te verkopen, al is het uiteindelijke doel om ‘de wereld van de architectuur toegankelijker te maken voor het gewone publiek’, aldus architect Tjeerd Haccou.

Superlofts concept

Ook achter het Superlofts-concept van Marc Koehler schuilt een ideaal; de architect wil ‘communities bij elkaar brengen’. Hij vindt dat het individualisme is doorgeslagen, gelooft dat we grote vraagstukken als klimaatverandering en zorg alleen samen kunnen oplossen. Superlofts, een flexibel ‘raamwerk’ van cascolofts, wordt dan ook ontwikkeld in opdracht van collectieven van particulieren (CPO). De zes meter hoge ruimtes bieden hen de vrijheid om – in plattegrond én doorsnede – hun eigen droomhuis in te richten. De gezamenlijke aanpak maakt het mogelijk zaken als groene energievoorziening rendabel op te zetten en te exploiteren. Het (klimaatneutrale) gebouw wordt door de architect ontworpen, inclusief het bouwproces, wat de drempel voor kopers moet verlagen en de kans om projecten van de grond te krijgen verhogen. Met succes. In de Amsterdam wordt momenteel gebouwd aan vier Superloftgebouwen en er zitten vijf nieuwe ontwikkelingen in de pijplijn. Er lopen projecten in Utrecht en Delft, en er is interesse vanuit Amerika. Het biedt niet alleen commerciële perspectieven (het concept is nu nog niet winstgevend), maar ook maatschappelijke. ‘Als je al die communities met elkaar verbindt, kun je nog veel meer bereiken’, denkt Koehler. ‘Stel je voor: je kunt samen bij de biologische boer je voedsel inkopen, of zelf stadslandbouw organiseren, keukens en zonnepanelen voor een voordelige prijs inkopen…’ De bedoeling is om alle Superloft-communities aan elkaar te koppelen via een online platform, waar bewoners kennis delen en ervaringen uitwisselen. Tegelijk werkt de architect aan de bouw van een mainframe en een app met keuzeopties voor gevels, installaties en interieur. Hiermee kunnen kopers hun woning straks zelf vormgeven, wat het arbeidsintensieve ontwerpproces – elke woning is immers uniek – moet verlichten, zodat Superlofts op termijn winstgevend worden.

ONE van architect Tim van der Grinten

Terwijl Koehler zich richt op de kracht van het collectief, mikt ONE, een concept van architect Tim van der Grinten (MoodWorks Architecture) en bouwer Heijmans, op singles. Eenpersoonshuishoudens met een middeninkomen die geen woning kunnen vinden, vormen een groeiend probleem, weet de jonge architect uit eigen ervaring. ‘Als pas afgestudeerde had ik geen geld voor een huis in de stad, maar kwam ik ook niet in aanmerking voor een sociale huurwoning. De keuze is dan ofwel met vrienden woonruimte delen, of terug naar je ouders.’ ONE biedt een alternatief: een zelfstandige woning – richtprijs 70.000 euro, wat neerkomt op een all-in huurprijs van 600 a 700 euro per maand – voor deze ‘overgangsfase’. De prijs is zo laag omdat er geen grondkosten zijn; de houten huizen worden – tijdelijk – geplaatst op door de crisis braakliggende terreinen: een win-winsituatie.

Architectonisch betekent ONE een sprong voorwaarts ten opzichte van de, typologisch vergelijkbare, containerwoning. ‘ONE is weliswaar compact, maar het idee was altijd om een grondgebonden woning te maken, met een thuisgevoel; een architectuur die trots uitstraalt.’ De huizen, met een puntdak dat eigenwijs naar een kant knikt, meten 45 m2, verdeeld over twee niveaus: een woonlaag aan de straat en een slaapverdieping. De gevels zijn grotendeels van glas, het interieur heeft een warme uitstraling door de houten afwerking. ‘We hebben bewust niet ingezet op zo veel mogelijk vierkante meters, maar op ruimtelijke kwaliteit: dubbele hoogte, veel daglicht en uitzicht vanaf het terras.’ Na de bouw van twee prototypes op de campus van Heijmans in Rosmalen, worden nu de eerste dertig woningen geproduceerd, voor locaties in Den Bosch, Rotterdam Katendrecht en Amsterdam Overhoeks.

Prêt-à-Loger

Naast de vraag naar nieuwbouwwoningen, is er ook een grote renovatieopgave: 1,4 miljoen naoorlogse rijtjeshuizen voldoen niet aan de eisen ten aanzien van energie en comfort. Prêtà- Loger, het concept dat een studententeam aan de TU Delft ontwikkelde, is een mogelijke oplossing. Onder het motto ‘improve your house, preserve your home’, wordt rondom een glazen huid met zonnecellen aangebracht, die de woning energieneutraal maakt terwijl een kas-achtige ruimte wordt toegevoegd. Student en ontwerper Tim Jonathan: ‘Een overheidsprogramma als Energiesprong legt de nadruk op maatregelen in relatie tot geldbesparing. Wij denken dat bewoners daar niet op zitten te wachten; een zonnepaneel dat zich pas na twintig jaar terugverdient – dat werkt niet. Je kunt beter de focus verschuiven naar kwaliteit en comfort. Prêt-à-Loger creëert direct meerwaarde.’ Het project begon als inzending voor de Solar Decathlon 2014 in Parijs en trok daar veel aandacht. Nu willen de studenten het op de markt brengen; ze staan aan de vooravond van de oprichting van een eigen bureau. Jonathan: ‘Het is zonde om er niet mee verder te gaan. We hebben het concept, de bedrijven die eraan hebben gebouwd en er is vraag – dat merken we aan de enthousiaste reacties van bezoekers.’ Maar de slag van architectonisch ontwerp naar businessmodel is nog best lastig. ‘Over hoe je tot innovatie komt, hadden we duidelijke ideeën. Nu komt daar een prijskaartje bij. Het liefst willen we daarom samenwerken met een bedrijf, dat het plan kostentechnisch realistisch maakt.’

Supermarkt Reimarkt

Een van de partijen met wie Jonathan verkennende gesprekken voert, is Reimarkt, een door KAW architecten en KUUB opgerichte ‘supermarkt’ die duurzaam wonen verkoopt – van dubbel glas tot zonnepanelen, tot een compleet nieuwe gevel. Cruciaal daarbij is de financiering: die wordt mogelijk door de besparing op de energierekening. Het concept is ontwikkeld naar aanleiding van de tender Slim & Snel die Energiesprong uitschreef. ‘Corporaties en particulieren willen woningen verduurzamen’, legt architect Reimar von Meding van KAW uit. ‘De vraag was: hoe doe je dat goedkoop, en hoe stuur je al die individuen aan? Wij hebben dat omgedraaid: je moet immers allereerst iets maken dat mensen wíllen, hen voor je etalage laten stil staan. Zo kwamen we op het idee van een retailformule.’ Von Meding wil bestaande structuren openbreken. ‘We willen af van architectuur die van boven af bedacht wordt en waar je maar in te wonen hebt.’ Reimarkt laat de klant zelf kiezen uit een pick ’n pay pakket van renovatieproducten.

Shoppen kan online, of in de fysieke winkel – de pilotstore staat in Bergen op Zoom, vorig jaar is in Enschede een tweede winkel geopend, met een voedingsgebied van 40.000 woningen. De eerste erkers en energiezuinige Cv-ketels worden nu geplaatst, en het assortiment wordt verder uitgebreid. De architectonische ambitie is hoog; de architect refereert aan het design van Apple. ‘Wij willen afrekenen met het schrale beeld van de stadvernieuwing uit de jaren tachtig, met zijn kunststof kozijnen. Wat je in de Reimarkt koopt, moet niet alleen goed werken, maar er ook cool uitzien.’

Cityplot van Studioninedots

Een vraag die woonconcepten oproepen, is hoe een kant-en-klaar product op een bepaalde plek ‘landt’. Interessant in dat verband is Cityplot van Studioninedots, een ‘lerend’ woonwerkgebied dat zich permanent laat aanpassen en bijsturen. Het concept komt voort uit een prijsvraag voor een nieuwe wijk in Leiden – een enorm terrein dat in een keer door een ontwikkelaar volgestampt moest worden met woningbouw. Dat leek de architecten niet alleen saai, maar, met het oog op de crisis, ook planningstechnisch onhaalbaar. Het bracht hen op het idee voor een flexibel grid dat geleidelijk, al naar gelang de initiatieven die de markt aandraagt, met bebouwing ingevuld wordt. Studies naar bouwblokken in Berlijn en Melbourne brachten de ontwerpers bij een kavel van 100×100 meter. Een maat die een variatie in typologieën (appartementen, sociale huurwoningen, CPO, zelfbouw, bedrijvigheid) toelaat, terwijl een aantal ‘spelregels’ de kwaliteit van het geheel garandeert. Zo heeft het blok een (doorloopbaar) binnengebied, worden parkeervoorzieningen in de bebouwing opgenomen en start elke ontwikkeling met een zogenoemde ‘plot activator’ – een iconisch (horeca)paviljoen annex bouwkeet. De reductie in schaal, gecombineerd met de collectieve benadering en ruimte voor experiment, moet leiden tot een ‘levendige en toekomstbestendige wijk’. Hoewel Studioninedots de prijsvraag in Leiden verloor, wordt Cityplot nu wel gerealiseerd in Buiksloterham, de proeftuin van Amsterdam Noord. Een tweede project gaat van start in Utrecht, en ook andere steden tonen interesse. Het doel is echter niet om het model overal uit te rollen, zegt architect-partner Metin van Zijl. ‘Het gaat ons vooral om het onderzoek dat eruit voortkomt. We willen meer innovaties aan dit concept koppelen, zoals circulaire technologieën voor energie en afval. En juist niet terug naar de massawoningbouw van weleer.’

Gerelateerd

Tags: , , , , , , , , , , , , ,