De nieuwbouw van het kantoor van rederij Van der Zwan ligt op een van de mooiste plekken in de Scheveningse haven. Mooi maar kwetsbaar, want weer en wind, de zilte zeelucht en de locatie op de kop van landhoofd C maakten het voor Meyer en Van Schooten Architecten een bijzondere opgave, waar de standaard bouwregelgeving tekort schoot. Een geluk bij een ongeluk, want hierdoor ontstond een heel bijzonder gebouw.
In 2006 brandde de kantoren en opslagloodsen van de rederij geheel af. Op dezelfde plek staat nu het robuuste nieuwe kantoor, kleiner dan het oorspronkelijke pand omdat er tegenwoordig minder behoefte is aan opslagruimte, de meeste vis wordt tegenwoordig op de vissersboten verwerkt. Het gebouw staat op de kop van landhoofd C en is aan drie zijden omringd door water. Het uitzicht in westelijke richting is spectaculair, tussen de havenhoofden door is er direct zicht op de zee en soms schitterende zonsondergangen. Een prachtige locatie dus, maar ook een speelbal van de elementen, het kan er af en toe behoorlijk spoken.
Robuuste gevels
Gekozen is dan ook voor een gebouw van onbehandeld beton, staal, aluminium en glas, materialen die weinig onderhoud behoeven in deze ruige omgeving. Het is de bedoeling dat het beton mooi gaat verweren, net als andere betonnen elementen in de haven.
Op de locatie was heien niet mogelijk, een landhoofd is daarvoor te kwetsbaar, dus is er gekozen voor een fundering in de vorm van twee betonnen tunnels met daar bovenop V-vormige kolommen als dragers van het gebouw. De betonnen gevelelementen met een diagonaal lijnenspel zijn ter plekke liggend gestort en vervolgens als prefab elementen geplaatst.
De relatief gesloten begane grond omvat functionele opslag- en controleruimtes, alleen de ingangshal richting kantoor is representatief, evenals de hele verdieping waar zich de kantoren, vergaderruimtes, boardroom en kantine bevinden. Hier heeft het gebouw een dubbele glazen gevel die als windscherm dienst doet en de zonwering huisvest.
Elegant interieur
Bezoekers betreden het gebouw via de gebouwhoge, monumentale hal aan de westzijde van het gebouw. Een brede trap voert de bezoekers naar de verdieping waar ze zich melden bij de receptie. In de hal hangt een bijzonder lichtobject, naar ontwerp van Dominic Bromley. Deze liet zich inspireren door het fenomeen, dat bij dreigend gevaar ontelbare vissen zich verenigen in één wervelende spiraal. Bromley heeft dit omgezet in een verlichte mobiel, de Shoal, met honderden handgemaakte porseleinen translucente visjes, die cirkelen rond een lichtbron.
Hoewel dat oorspronkelijk niet de opdracht was, heeft de architect ook het interieur ontworpen, tot de dienbladen aan toe. Hierdoor is een harmonieus geheel ontstaan tussen het robuuste gebouw en de elegante inrichting. De boardroom in de zuidwestelijke hoek van het gebouw heeft een balkon dat uitkijkt over de haven. Dit balkon refereert naar de brug van een schip en legt aldus een link met de nautische achtergrond van het bedrijf.