Vastgoedontwikkelaar IPMMC liet Claus en Kaan Architecten een nieuw kantoor bouwen op kantorenpark Papendorp in Utrecht. Aude de Broissia Architecture Design uit Antwerpen tekende voor de inrichting van het witte, vierkante casco. Deze Française en voormalige associate bij Erick van Egeraat (EEA) liet zich bij haar ontwerp inspireren door het warme schijnsel van een kroonluchter en creëerde een chic, bijna ingetogen interieur.
Aude de Broissia volgde een architectenopleiding in Parijs. Ze werkte voor Vogue Magazine en vervolgens bij Jean Nouvel. ‘Dat was hard werken, maar ik heb er veel geleerd. Nouvel zelf was overigens nooit op kantoor. Ik heb hem maar een keer ontmoet, tijdens een overleg in een brasserie.’ Daarna werkte ze 12 jaar voor EEA in Rotterdam. IPMMC kent ze uit de tijd dat ze samen met Van Egeraat werkte aan The Rock, het gebouw voor advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek aan de Amsterdamse Zuidas. Haar creativiteit en werkwijze maakten indruk. ‘Ik was pas voor mijzelf begonnen en had mijn contacten hiervan op de hoogte gebracht, toen IPMMC mij benaderde voor het interieur van hun nieuwe kantoor.’
Monumentaal
IPMMC kenmerkt zichzelf als een open en communicatieve onderneming. Dit moest tot uiting komen in de inrichting die er mooi, maar beslist niet duur mocht uitzien. Veel marmer, zoals in het interieur van de The Rock, was uit den boze: ‘Wij zijn geen advocatenkantoor, maar een bouwbedrijf.’ Met deze opdracht ging De Broissia aan de slag.
Het drielaagse gebouw, ontworpen door Claus en Kaan, heeft monumentale proporties en lijkt eerder een museum dan een kantoor. De vierkante betonpalen die door het hele casco zichtbaar waren, gebruikte De Broissia voor de bevestiging van dikke, witte muren en scheidingswanden. De entreehal en het atrium met een trap naar de eerste en tweede verdieping domineren de begane grond. Het atrium heeft een belangrijke ontvangst- en representatiefunctie. In het midden hiervan staat een lange, zwarte tafel die wordt gebruikt voor het tentoonstellen van maquettes en bij allerlei bijeenkomsten als workshops, bedrijfsetentjes en vergaderingen. Om het atrium liggen aparte werk- en vergaderruimtes en het bedrijfsrestaurant dat toegang biedt tot een groot terras. De eerste verdieping is een kantoorlandschap en op de bovenste verdieping liggen de individuele kantoren van de directie. Beide verdiepingen staan via een vide in open verbinding met het atrium.
Oversized
‘Alles in het gebouw is groot,’ zegt De Broissia. ‘De ruimtes zijn 310 centimeter hoog en ook de ramen en trap zijn naar verhouding groot.’ Hierop voortbordurend bedacht ze voor het interieur oversized zwarte elementen die de ruimte indelen. Deze elementen doen dienst als scheidingswand, opbergkast, showcase, whiteboardwand of plek voor een koffieapparaat. Deze indeling vraagt een andere manier van werken en vergroot de transparantie en levendigheid van het kantoor. ‘Bezoekers zien waar het bedrijf mee bezig is en werknemers verzorgen zelf de koffie in plaats van een secretaresse,’ licht De Broissia toe. Naast de zwarte elementen, ontwierp De Broissia ook ‘reuzenkratten’ die de diverse ontmoetingsplekken in het gebouw vormen. Ze zijn gebruikt voor de ontvangstbalie en expositietafel in het atrium, de pantry’s, kopieerhoeken en informele zitjes op alle verdiepingen. Het grijsbruine latwerk van de kratten, gemaakt van kunstmatig verouderd lariks, vormt de tegenpool van marmer en doet denken aan betonbekisting in de bouw.
Eigentijdse draai
IPMMC wilde graag een kroonluchter, die door Claus en Kaan in het atrium was gepland. De Broissia vond een kroonluchter wat passé en bovendien niet passen bij het voeten-in-de-klei imago van de bouwwereld. Ze bedacht een eigentijdse variant in de vorm van smalle, verticale strips met dimbaar licht, die in de muren van het atrium zijn verwerkt. Het warme, gele licht dat hieruit straalt, creëert dezelfde sfeer als het schijnsel van een kroonluchter. De Broissia: ‘De lichtstrepen bleken goedkoop en makkelijk uitvoerbaar. Het zijn dit soort ideeën, waarmee je de klant kunt verrassen en die je meerwaarde als architect aantonen.’ De kleur geel komt op meer plaatsen op een subtiele manier terug in het interieur. Zo zijn de binnenkanten van de zwarte kastelementen en deurposten ook geel. En tussen het latwerk van de reuzenkratten is een gele achtergrond zichtbaar, soms voorzien van ingebouwde gele verlichting.
Zwart-wit
Op de begane grond ligt een vloer van grijs composietsteen. ‘De opdrachtgever wilde geen gietvloer. Grote tegels van 60 bij 90 cm met smalle naden ertussen zorgen toch voor een effen effect,’ legt De Broissia uit. De restaurantvloer en de verkeerszones op de verdiepingen zijn voorzien van warm, zwart eiken. Het zwart van zowel vloeren als inrichtingselementen steekt scherp af tegen het witte casco. Voor de inrichting van de kantoren werd gebruik gemaakt van het bestaande kantoormeubilair. Om eenheid te realiseren gaan meeverhuisde kasten verscholen in op maat gemaakte roomdividers, die zijn bekleed met geluiddempend zwart vilt. De open stiltecellen langs het atrium zijn aan de binnenkant bekleed met wit vilt. Hier kunnen werknemers zich even terugtrekken om ongestoord te bellen of te praten. Behalve het interieur, nam De Broissia ook de inrichting van het terras voor haar rekening. Met bloemen- en plantenbakken deelde ze het terras op in aparte hoeken voor vergaderen, lunchen, loungen en barbecueën. Hetzelfde ontwerpprincipe hanterend als binnen, koos ze voor oversized terrasmeubels in zwart-wit.
Details
Het gebruik van zwart en wit is een bewuste keus: het maakt de mix van oude en nieuwe meubelen makkelijker en het zorgt ervoor dat het interieur rustig of ingetogen blijft. Ook het beperkte aantal gebruikte materialen en de ver doorgevoerde detaillering dragen hiertoe bij. De Broissia: ‘Als er iets is wat ik van Erick heb geleerd, dan is het dat details het totaal bepalen.’ Zo zijn de ramen en deuren in de grijze systeemwanden net zo breed en dik als de systeemwand zelf, waardoor een rustig oppervlak ontstaat. ‘Maar ik heb als architect niet een stijl, wel een manier van werken. Het is net als met kleding: de ene keer ga je casual of sexy gekleed, de andere keer formeel of ingetogen.’