Projectgegevens
Projectarchitecten | Iris de Kievith en Andries Micke |
---|---|
Medewerker | Michiel Burgerhout |
Opdrachtgever | Gemeente Den Haag, afd. OCW panden |
Hoofdaannemer | Thijsse bouw, Wateringen |
Adviseur constructie | Corsmit, Rijswijk |
Adviseur installaties en bouwfysica | Raadgevend Ingenieursbureau Beekink, Boskoop |
Adviseur bouwkosten | Peritas, Waddinxveen |
Start bouw | Mei 2007 |
Oplevering | April 2008 |
Bruto vloeroppervlakte | 277 m², waarvan 113 m² atelier en 135 m² expositieruimte |
Bruto inhoud | 957 m³ |
Differentiatie | Expositieruimte en vijf ateliers |
Totale stichtingskosten | € 450.000 incl. installaties (€ 42.000), excl. btw en inrichting |
Leverancier haspelhout | Prysmian cables, Delft |
Leverancier verduurzaming | Plato wood, Arnhem |
Leverancier rubber gevel | Beton restore, Gorinchem |
Foto’s | Robert Jan Verhagen, ArchitectuurNL (8) |
Tekst | Peter Visser |
Sinds enkele jaren voert de gemeente Den Haag een beleid dat zich richt op het in stand houden en stimuleren van zogenaamde broedplaatsen. Dit gebeurt op grote schaal, zoals bijvoorbeeld bij de Caballerofabriek, maar ook op kleine schaal zoals kunstruimte 1646 in de Boekhorststraat. Een riante expositieruimte en een vijftal ateliers zijn het gevolg.
Een deel van de begane grond van het pand 1646 (genoemd naar het bouwjaar) is al dertien jaar in gebruik als expositieruimte voor vernieuwende en experimentele kunst van onder andere (ex-)studenten aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Het pand aan de Boekhorststraat 125 verkeert echter in slechte staat en is zelfs deels onbruikbaar. In het kader van het Kunstenplan geeft de afdeling OCW van de gemeente Den Haag opdracht tot een haalbaarheidsstudie naar de renovatie van het pand teneinde de permanente culturele bestemming van het pand 1646 in de Boekhorststraat te formaliseren.
Renovatie van het hoofdgebouw en vervangende nieuwbouw van de aanbouwen blijken noodzakelijk. Omdat het pand een podium is voor vooral startende kunstenaars is het belangrijk dat de huur na de verbouwing zo laag mogelijk is. Grondvervuiling en asbest zorgden voor de nodige vertraging maar in april van dit jaar is de ruimte officieel geopend.
Hergebruik
Op de begane grond is de voorgevel totaal vernieuwd om beter recht te doen aan de eisen die een kunstenaarsinitiatief stelt. Veel glas zorgt voor een grote openheid en een met rubber beklede, brede vensterbank aan binnen- en buitenzijde biedt zitmogelijkheden en dus interactie met de voorbijgangers. Boven de ingang is een luifel met een uitstekende glazen etalage gerealiseerd. De voorgevel van de verdiepingen is een van de weinige nog zichtbare originele onderdelen van het pand.
Boven en onder de brievenbus is gebruik gemaakt van perspex afvalmateriaal van parfumdisplay lichtbakken die verzaagd zijn tot stroken. Een concept dat MIXD eerder toepaste bij de eigen productieruimte in het Laakhavengebied. Hergebruik en ecologisch bouwen was een doelstelling bij dit project en dat komt verder tot uiting in het gebruik van milieuvriendelijke gipsvezelplaat voor de binnenwanden van de expositieruimte en afgedankt haspelhout als bekleding van de buitengevel en het dak van de achterbouw.
Hiervoor is het kernhout van grote kabelhaspels gebruikt, die door de kunstenaars zelf zijn gedemonteerd. Bij kabelhaspels slijten de zijkanten, maar de kern nagenoeg niet, die delen zijn dus prima herbruikbaar. Met behulp van restwarmte van een elektriciteitscentrale wordt het hout onder hoge druk met stoom verduurzaamd. Bijkomend voordeel is dat het kernhout licht bol is, waardoor er geen water op blijft staan. Dit komt de levensduur ten goede en vermindert slipgevaar. Het idee om dit hout te gebruiken is oorspronkelijk afkomstig van 2012 architecten, de uitwerking en invulling zijn van In Situ en MIXD.
Broedplaatservaring
Het pand zelf is grondig gerenoveerd, waarbij de begane grond deel is van de nieuwe expositieruimte en er op de verdiepingen ateliers zijn gerealiseerd. De bestaande uitbouw is gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Hier bevindt zich het andere deel van de expositieruimte, waarin een kantoorruimte en een gastatelier als het ware zijn opgehangen.
De nieuwbouw is uitgevoerd in een lichte houtskeletbouw, waardoor het niet nodig was om te heien. De hoge ruimte vangt daglicht via openingen op de grens van dak en wand, waardoor de wanden zelf beschikbaar zijn om kunst te exposeren. De plaats van de ramen is bepaald door de contouren van de muren van de buren. De kunstverlichting is onopvallend en strak in het plafond verwerkt. De bestaande en de nieuwe expositieruimte worden van elkaar gescheiden door een blok met pantry, sanitair en techniek. De kantoorruimte erboven heeft zicht op beide delen van de expositieruimte. Aan de achterzijde is nog een kleine buitenruimte waar, typisch Haags, schelpen op de grond liggen.
1646 is een mooi voorbeeld van hoe een kunstenaarsinitiatief, dat jarenlang in een ‘om-niet’ afspraak met de gemeente deze ruimte in bruikleen had, nu een formele vestiging heeft. Tegen lage kosten en in een schitterend pand.