Landgoedwinkel bij Grootstal

Landgoedwinkel bij Grootstal

Project
Door: Jacqueline Knudsen | 22-04-2014

Aan de zuidkant van Nijmegen ligt Grootstal, een landgoed met een dassenburcht, akkers, weilanden en boomgaarden. Al 50 jaar staat er in de zomermaanden aan de rand van het landgoed een kraam met kersen uit eigen gaard. De huidige eigenaars wilden een meer permanente landgoedwinkel realiseren en namen architect Bob Meltzer in de arm. Het programma breidde uit en kreeg vorm in een fraai multifunctioneel paviljoen.

Lange aanloopperiode

Dat paviljoen kwam er niet zonder slag of stoot, sterker nog, het is een klein wonder dat het er staat. Het project werd namelijk geplaagd door tegenslagen. Allereerst zaten de vigerende bestemmingsplannen de realisering van een landgoedpaviljoen in de weg. Landgoed Grootstal ligt op de gemeentegrens tussen Nijmegen en Heumen. De bebouwing van Nijmegen rukte in de 20e eeuw op naar het landgoed. De gemeente Nijmegen was eind jaren tachtig van plan om naast het landgoed een Vinexwijk aan te leggen, ‘Goddank heeft de Provincie Gelderland dit voorkomen, die maakte het gebied onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Nijmegen werd gedwongen over de Waal uit te breiden.’ zegt Kien van Hövell, landgoedeigenaar en initiatiefnemer van het nieuwe paviljoen.

Het tweede probleem was dat de gemeente Heumen Grootstal niet beschouwde als een landgoed, omdat het niet voor publiek was opengesteld. ‘Wanneer het opengesteld zou zijn, zou het de uitloop worden van de stadswijk aan de overkant, met het verdwijnen van de dassenburcht als gevolg. Wij zijn op zoek gegaan naar een andere manier van verbinding van stad en platteland en van natuur en cultuur. Het paviljoen moet uitbreiding van de maatschappelijke functie faciliteren’

Sturen op kansen

Landgoedwaarden als natuur, cultuurhistorie, landschap en recreatie, worden door verschillende gemeentelijke en provinciale overheden beoordeeld en die kunnen tegenstrijdige belangen hebben. Wat vanuit een oogpunt wel mag, wordt vanuit een ander verboden. Dat vertraagt planontwikkeling enorm. ‘Het sectorale denken en de kortetermijnvisie van de overheid staat op gespannen voet met de integrale langetermijnvisie van een landgoedeigenaar. Ook is veel regelgeving gericht op behoud, het uitsluiten van risico’s, terwijl je juist moet sturen op kansen. Je moet wendbaar zijn om te kunnen voortbestaan.’ Landgoederen kunnen goed meegaan in het ontstaan van nieuwe businessmodellen rondom ruilen, delen en creëren van waarden. Door coöperatie en reciprociteit met de omgeving ontstaan veel nieuwe kansen. Een voorbeeld hiervan is de bouw van het paviljoen zelf.

Architect Bob Meltzer is al sinds 2005 bij de ontwikkeling van het paviljoen betrokken. De perikelen met het bestemmingsplan duurden 5 jaar. Meltzer: ‘Het aanvankelijke ontwerp voorzag in een houten paviljoen, maar toen elders op het landgoed een houten schuur afbrandde, werd besloten om de gevel van het hoofdvolume met zink te bekleden.

Aannemer failliet

Toen de plannen waren goedgekeurd en aanbesteed kwam de volgende tegenslag: aannemer Welling ging in 2012 failliet, vlak voordat de op maat gemaakte houten constructie op locatie zou worden afgeleverd.’ Dat heeft de opdrachtgevers, die vooraf alles hadden betaald en daarom ook korting hadden gekregen, veel geld gekost. Van Hovell: ‘Uiteindelijk moesten we nog eens de helft van de prijs betalen voor de houten constructie. Dankzij een prima relatie met aannemer Welling, gebaseerd op vertrouwen en reciprociteit, stelde de inmiddels doorgestarte aannemer zijn beste timmerman voor 1 jaar om niet ter beschikking om het paviljoen te bouwen. Voor de afbouw was nauwelijks geld meer, ik heb het paviljoen afgebouwd en ingericht met tweedehands materialen en meubilair.’ Dat is er nauwelijks aan af te zien. De tegelvloer oogt als nieuw, de lichtarmaturen ook. De wenteltrap is gemaakt van kersenhout van een eigen boom. In de houtkachel wordt resthout van het landgoed gestookt. Het paviljoen is nog niet helemaal af, maar werd in zomer 2013 in gebruik genomen.

Scheiden en verbinden van stad en land

Duurzaamheid is hier tweeledig: enerzijds energiezuinig en milieuvriendelijk, anderzijds is het paviljoen zo gecomponeerd dat in de toekomst veel functies mogelijk zijn, winkel, vergader- en workshopruimte, horeca, maar ook een Bed & Breakfast of zelfs permanente bewoning zijn mogelijk. Doel: wendbaarheid met het oog op de lange termijn. Meltzer licht zijn ontwerp toe: ‘Het hoofdvolume is een archetypisch huis met zinken gevels, dat ten opzichte van de weg schuin is geplaatst. Aan de Grootstalselaan, die sinds ingebruikname van de nieuwe brug over de Waal veel drukker is geworden, is de gevel behoorlijk gesloten. Voor je het paviljoen betreedt, ontstaat zo een moment van contemplatie bij de overgang naar de rust van het land en de natuur achter het paviljoen. Bij binnenkomst wordt de blik getrokken naar de glazen achtergevel, die is georiënteerd op de natuur en het landhuis. Het paviljoen scheidt en verbindt stad en landgoed. De twee houten vleugels ter weerszijden van het tweelaagse zinken middendeel volgen de richting van de weg.’ Een van beide vleugels heeft een halfopen roldeur, die ’s zomers toegang geeft tot de kersenwinkel. In de andere vleugel is nu een (tweedehands) keuken geplaatst, maar die staat geheel los, en kan zo weer plaats maken voor een andere functie. De tijd zal het leren…

Projectgegevens

OpdrachtgeverFamilie van Hövell
AannemerWelling Didam
Datum ontwerp2009
LocatieSint Jacobsweg 13 Malden
Realisatie2013
Tekst en foto'sJacqueline Knudsen
Architect Bob Meltzer

Gerelateerd

Tags: , , , , ,