Projectgegevens
Architect | Marten de Jong |
---|---|
Projectteam | Jurg Hertog, Janneke van der Velden, David Bourque |
Opdrachtgever | particulier |
Aannemer | P.A. van Schaik, Amstel aan de Nes |
Adviseur constructie | Ingenieursbureau Zonneveld, Rotterdam |
Adviseur bouwfysica en akoestiek | Cauberg Huygen, Amsterdam |
Adviseur licht en ventilatie | Raymond Fidder |
Start bouw | Februari 2007 |
Oplevering | September 2007 |
Bruto vloeroppervlakte | 198m² |
Bruto inhoud | 635m³ |
Tekst | Kirsten Hannema |
Foto’s | Ger van der Vlugt |
Wat open was moest open blijven, dat was meteen duidelijk toen architectenbureau emma de opdracht kreeg om een casco bedrijfsruimte op het Amsterdamse Funenpark om te bouwen tot woning. Want het gegeven was op zichzelf al prachtig: honderdtachtig vierkante meter vrij vloeroppervlak, aan weerszijden verdiepingshoge glazen gevels en een panoramisch uitzicht over enerzijds het park en anderzijds de Cruquiuskade, met daarachter het spoor.
Het zou zonde zijn die kwaliteiten teniet te doen door de ruimte op te breken in afzonderlijke kamers, zo vonden ook de opdrachtgevers, een jong werkend stel. Een loft werd het dus. De vraag voor de architect is vervolgens op welke manier de woonfuncties die slecht in een open ruimte gedijen ondergebracht worden. Emma’s oplossing is een viertal organisch gevormde volumes die vrij in de ruimte zijn geplaatst en ruimte bieden aan berging, keuken en toilet, badkamer en walk-in closet en een logeerkamer.
Behalve dat hal, leef- en slaapruimte op deze manier vanzelfsprekend van elkaar gescheiden zijn en rommel en leidingwerk buiten zicht blijven, zorgen deze volumes er ook voor dat het spannend is om je door de loft te bewegen. Tussen de witte cocons kun je vrijelijk rondfladderen om te ontdekken wat er in en achter de volgende ruimte schuil gaat.
Om dat ruimtelijke effect te versterken hebben Jurg Hertog en Marten de Jong van emma de cocons zo abstract mogelijk vormgegeven. De afgeronde vorm kent geen richting, de kleur is neutraal wit en de afwerking is glanzend, zodat de wanden het daglicht, dat overvloedig binnenvalt, reflecteren.
Door de volumes bovendien los te houden van plafond en vloer blijf je de deze als doorlopende vlakken ervaren. ’s Avonds wordt dat nog eens benadrukt wanneer de verlichting in de koven aan de boven- en onderzijde aangaat. De cocons lijken dan vrij in de ruimte te zweven.
De grootste uitdaging was de technische uitvoering van de gebogen wanden. Met min of meer standaard bouwmaterialen hebben architect en aannemer dit tot een goed eind weten te brengen. De volumes zijn opgetrokken in een metalstud systeem met een buigbaar U-profiel. Daarop zijn standaard stucplaten bevestigd, die glad zijn gepleisterd en tot slot gelakt.
Installaties zijn weggewerkt in de verlaagde plafonds en de verhoogde vloeren. Tegelijkertijd creëren die vloeren een opstapje, een natuurlijke overgang tussen de open ruimte en de volumes. Wat vooral opvalt, is de aandacht die emma heeft besteed aan details zoals de verzonken deurgrepen. Details die het beeld van één vloeiende vorm geloofwaardig maken.
Slimme truc
Desondanks dreigde de loft tijdens het bouwproces toch nog te worden opgedeeld in meerdere afgesloten ruimten. Vanwege de eisen die worden gesteld aan geluidsisolatie van woningen moest er namelijk een tweede gevel aan de spoorzijde komen. In eerste instantie hebben de architecten daarom glazen deuren tussen de witte volumes geplaatst, zodat de woonkamer als een serre ontstond. Na controle van de bouwinspecteur zijn de deuren echter direct verwijderd onder het mom van de ‘eerste verbouwing’.
Alleen de slaapkamer, aan de parkzijde, wordt akoestisch gescheiden van de leefruimte door een glazen deur. Een slimme truc, of misschien wel slinks. Maar behalve goed kunnen detailleren is het kennen van zulke trucs in een land vol regels steeds belangrijker voor architecten, willen zij daadwerkelijk de ruimte vormgeven zoals ze oorspronkelijk voor ogen hadden. En dat laatste is emma gelukt.