Het voorheen weinig opvallende muziekcentrum opende in oktober 2010 haar deuren na een ingrijpende transformatie. Het sprankelende interieur is door een nieuwe glasgevel ook van buitenaf een blikvanger. ‘Grootstedelijke allure’ en het ‘benadrukken van de regionale identiteit van Eindhoven’, deze twee voorwaarden – die eerder contrasterend dan aanvullend lijken – waren de leidraad bij de verbouwing van het Muziekgebouw Frits Philips in Eindhoven.
‘Grootstedelijk allure omdat de ambitieuze programmering niet meer synchroon liep met de uitstraling van het gebouw’, zegt Anastacia Roxs-Van Gennip, de projectleidster namens opdrachtgever het Muziekgebouw. ‘Er treden hier wereldsterren op als Youssou N’Dour en Herbie Hancock. Maar aan het interieur is niets meer veranderd sinds de bouw in 1992 van winkelcentrum de Heuvelgalerie, waarvan het Muziekcentrum onderdeel uitmaakt.’
De regionale identiteit is vereist om de drempel voor bezoek laag te houden, legt de projectleidster uit. ‘Het moet een zaal worden voor heel Eindhoven en omstreken.’ Tenslotte is het Brabants Orkest onze vaste bespeler.’ Daarbij is het Muziekgebouw, dat voorheen het Muziekcentrum heette, niet voor niets vernoemd naar Frits Philips, de legendarische directeur van het elektronicaconcern dat Eindhoven internationaal op de kaart zette.
High tech lichtplan
Deze regionale identiteit komt tot uitdrukking in design en technologie, aldus Roxs-Van Gennip. De technologie werd geleverd door het interieurontwerpteam van Philips. Dus beschikt het Muziekgebouw over een hightech lichtplan, waarbij optimaal is gebruik gemaakt van de mogelijkheden van de ledverlichting. Uit de gerasterde plafonds van vilt steken 1300 verlaagde vilten rasters, waarachter een ledlamp zit. Deze ledlampen kunnen in kleur en intensiteit variëren. Met een computergestuurd lichtplan kan de verlichting worden aangepast aan het soort concert of het moment van de avond: variërend van ‘klassiek nazit’ tot ‘wereld inloop’ of ‘pop pauze’.
Ook kan het ‘pixelplafond’ fungeren als bewegwijzering. ‘Door licht naar de ingang van de zaal te laten golven, duw je mensen heel subtiel die kant op’, zegt Eric Simon Thomas van Hypsos, het bureau dat verantwoordelijk is voor de technische realisatie van het lichtplan.
Lichtgevende wand in foyer
De lichtgevende blikvanger is de ambient wall in de foyer op de begane grond. Deze muur van 13,5 bij 3 meter is opgebouwd uit meer dan 36 ledlampjes en kan op elke willekeurige plek een andere kleur of lichtintensiteit uitstralen. Daarnaast kunnen er ook films op worden geprojecteerd. ‘We kunnen bijvoorbeeld ’s middags beelden vertonen van hoe de zaal wordt opgebouwd voor het concert van die avond’, zegt Simon Thomas. Deze foyer is nu ook overdag open en fungeert als grand café. ‘Je kunt je hier koffiedrinken maar ook muziek luisteren in de inpandige muziekwinkel. Het moet een ontmoetingsplek worden voor cultureel Eindhoven.’
Het ontwerp komt voor rekening van Van Eijk & Van der Lubbe – beiden opgeleid aan de plaatselijke Design Academy. Dat is gekozen voor twee productontwerpers en niet voor een (interieur)architect is opvallend gezien de omvang van de opdracht. ‘Ontwerpers staan dichter bij de gebruiker en denken meer in beleving’, licht Roxs-Van Gennip de keuze toe. ‘Daarbij zijn ontwerpers beter in staat om een totaalconcept neer te zetten, en te bewaken’, voegt Van der Lubbe toe. ‘Een architect beperkt zich vaak tot de ruimtelijke ingrepen en kiest de stoelen gewoon uit een catalogus, als hij deze al zelf uitkiest. Wij hebben een compleet nieuwe identiteit voor het Muziekgebouw ontworpen. Van gevel tot manchetknoop voor het nieuwe bedrijfsuniform, alles valt samen.’
Van Eijk & Van der Lubbe hadden al architectonische ervaring opgedaan met het ontwerp van de mobiele expositie-unit van het Stedelijk Museum Amsterdam en de inrichting van een expositie van de kunstcollectie van de Fortis Bank.
Glazen pui
Om het gebouw te voorzien van de vereiste ‘grootstedelijke allure’ werd als eerste de bakstenen pui opengebroken. ‘Het Muziekgebouw was onherkenbaar, omdat de gevel er hetzelfde uitzag als de omliggende winkels in de Heuvelgalerie.’ Dus kreeg het gebouw als markante blikvanger een glazen pui die uit het lood staat. Het onderscheid tussen het culturele centrum en de omliggende winkels wordt nog vetter aangezet door opvallende dikke touwen die over de volle lengte en hoogte van de glazen pui hangen als een kunstzinnige referentie aan het podiumgordijn.
Om de herkenbaarheid van de zaal te vergroten is een rij hoofdletters M aan gevels door de Heuvelgalerie geplaatst. Deze letters aan de gevel worden uitgelicht met gekleurde leds. Van der Lubbe: ‘Net als het plafond in het gebouw fungeren deze letters als een subtiele routemarkering naar de ingang.’ Deze M is tevens het nieuwe, flexibele logo van het Muziekgebouw. ‘Een barokke M verbeeldt bijvoorbeeld het klassieke muziekaanbod, een romantische M de singer/songwriters.’
De muren en het trappenhuis zijn strakgetrokken en geheel in wit uitgevoerd. Op de vloeren ligt een donker tapijt met een subtiele print, dat van de begane grond naar de bovenliggende verdiepingen steeds drukker wordt. ‘Door het intensieve lichtplan moet de basisinrichting terughoudend zijn’, legt van der Lubbe uit. Daarbij geeft deze minimalistische inrichting een glossy, bijna kosmopolitische uitstraling aan het Eindhovense Muziekgebouw.
Van meubelcollectie tot manchetknoop
Van Eijk & Van der Lubbe ontwierpen speciaal voor het Muziekgebouw een nieuwe, samenhangende collectie zitmeubels. Een bankje kan worden voorzien van rug- en armleuningen, waardoor het een stoel wordt. Deze stoel kan ook weer worden verbreed en verhoogd, waardoor het een intieme love seat is voor twee personen. ‘In deze love seats zijn leds verwerkt, zodat de stoelen meekleuren met de omgeving.’ Deze stoelencollectie kon speciaal voor het Muziekgebouw worden ontwikkeld, omdat kantoorinrichter Lensvelt deze in productie wilde nemen. De houten tafels – waarvan de ontsierende knoesten in het blad zijn ingelegd met glimmend staal – werden geproduceerd door het Italiaanse designlabel Skitsch, die dit ontwerp in de collectie opneemt.
De terughoudendheid van het zwart/wit minimalisme wordt gecompenseerd door diverse kleurrijke details waarin de hand van het ontwerpduo Van Eijk & Van der Lubbe duidelijk zichtbaar is. Het duo behoort tot de voorhoede van het Dutch design en heeft conceptuele ontwerpmethodiek. Zo zijn de bars op de drie verdiepingen elk uitgevoerd in een ander materiaal. ‘Op de begane grond staat een pronkerig bar van bladgoud. Op de eerste verdieping een grillige bar met houtmozaïek en op de bovenste etage een stoere bar van gelast metaal. Deze materialen refereren aan de verschillende soorten muziekinstrumenten.’ Tegelijkertijd is de functionaliteit geen moment uit het oog verloren – iets waaraan het nog wel eens schort bij Dutch design. Naast de drie bars zijn flexibele tappunten ingericht die worden afgesloten met een wit zeil dat wordt gecamoufleerd met lichtprojecties. ‘Niets is erger dan voor een dichte bar staan na of voor een concert.’
In de grote zaal en de kleine zaal zijn de stoelen voorzien van nieuwe stofferingen. Deze waren eerst allemaal hardblauw, na de redesign in 12 kleuren van donker naar licht oplopend, gekeken vanuit het perspectief van de artiest.
Hoe ver de bemoeienis van Van Eijk & Van der Lubbe gaat blijkt wel uit de koffiekopjes, waarvoor ook een speciale print werd ontworpen. ‘Van een afstandje lijkt het op een klassiek bloemmotiefje maar als je beter kijkt zie je dat het een collage is van verschillende muziekinstrumenten, variërend van een elektrische gitaar tot de klassieke harp.’ En de manchetknoop voor het nieuwe bedrijfsuniform? ‘Daarin staat dezelfde letter M als op de gevel. Het sieraad is speciaal voor het Muziekgebouw geëmailleerd’, aldus Van der Lubbe. ‘Daar zou een architect toch nooit op zijn gekomen.’