Projectgegevens
Projectarchitecten | Clé van Heerden, Juan Gisbert de Elío en Bart de Kreij |
---|---|
Projectteam | Sander Dercksen, Bart Dek (Enjoy Building) en Vincent van der Veen (Van Heerden & Partners) |
Opdrachtgever | Ontwikkelingscombinatie Sequioa Leidschendam VOF |
Adviseur constructie | Corsmit Raadgevend Ingenieurs, Rijswijk |
Adviseur bouwfysica en akoestiek | DGMR, Den Haag |
Adviseur bouwmanagement en bouwkosten | Enjoy Building, Den Haag |
Hoofdaannemer | Bouwbureau Bakels + Ouwerkerk, Den Haag |
Tuinarchitect | Delta Vormgroep, Utrecht |
Binnenhuisarchitect | Heijligers design + projects, Amsterdam |
Vouwpuien | Solarlux, Nijverdal |
Start bouw | medio 2008 |
Oplevering | eind 2009 |
Bruto vloeroppervlak | 14000 m2 |
Differentiatie | 83 comfortappartementen, 4 maisonnettes, restaurant en fitness/wellness |
Totale stichtingskosten | € 30 miljoen |
Bouwsom | € 17 miljoen incl. installaties, excl. inrichting en BTW |
Installatiekosten | € 2,7 miljoen excl. BTW |
Tekst | Paul Groenendijk |
Foto’s | Sjaak Henselmans |
Het Dr. Neher laboratorium in Leidschendam is in 1955 geopend als centraal onderzoeksinstituut van de PTT.* Het gebouw van architect Samuel van Embden ademt in alles het vooruitgangsoptimisme van de wederopbouw. De laboratoria zijn onlangs herbestemd tot appartementen en het karakteristieke hoofdgebouw krijgt algemene functies. De sloop van latere uitbreidingen herstelt het beeld uit de jaren vijftig en schept ruimte voor nieuwbouw.
Het gebouw is vernoemd naar Lambertus Neher, verzetsheld, directeur-generaal van de PTT en tevens enige tijd minister van Volkshuisvesting en Wederopbouw kort na de oorlog. In het laboratorium werd een van de eerste Nederlandse computers ontwikkeld, de zebra (zeer eenvoudig binair reken apparaat), maar later ook eigentijdser vindingen als videotelefoon en sms.
In september 2001 vraagt KPN Vastgoed een vergunning aan om het Neherlaboratorium te slopen en te vervangen door nieuwbouw. De gemeente wil het complex echter als monument behouden en geeft opdracht voor een onderzoek naar een nieuwe bestemming. Het gebouw blijkt geschikt voor een combinatie van wonen en zorg. Uit een competitie met vier combinaties van ontwikkelaars en architecten wordt het voorstel van Sequoia Residences gekozen, waarna KPN het complex aan deze partij verkoopt.
Het ontwerp is van Van Heerden & Partners. De laboratoria worden bestemd tot appartementen en het karakteristieke hoofdgebouw krijgt algemene functies. Door latere uitbreidingen te slopen wordt het beeld uit de jaren vijftig hersteld en ontstaat ruimte voor nieuwbouw van 96 luxe appartementen. Door de situering van de nieuwbouw is het zicht op het hoofdgebouw vanaf een doorgaande route hersteld. In 2007 komt het gebouw in de Top 100 van wederopbouwmonumenten terecht en in 2010 wordt het officieel rijksmonument.
Hergebruik werkplaats en laboratoria
In de oorspronkelijke opzet bestond het complex uit twee grote rechthoekige laboratoriumhallen, een werkplaats en een directiegebouw. De drie werkruimten liggen in een U-vorm rond het hoofdgebouw. De gebouwen zijn onderling verbonden door gangen en loopbruggen, een thema dat Van Embden later bij de opzet van de TH in Eindhoven verder zou uitwerken. De laboratoriumhallen van 6 meter hoog en 20 meter breed zijn omgeven door twee lagen kantoorvertrekken aan weerszijden.
Deze kantoren vormen de basis van de 83 nieuwe gelijkvloerse appartementen. Deze worden ontsloten vanuit de middenzone, waar de woningen op de verdieping ook hun buitenruimte hebben. Van de hallen resteren eigenlijk alleen de betonnen spanten in de middenzone. Hieraan is een nieuwe, vrij tussen de woningen doorlopende galerij gehangen. Aanvankelijk was het plan om hier in de vorm van een atrium het idee van een hal te reconstrueren, maar dit is vanwege brandweereisen verlaten.
Het gebouw bestaat uit een casco dat in het werk is gestort en ingevuld is met prefab elementen: gezandstraalde schokbetonnen gevelplaten, dakranden en kozijnen ingevuld met stalen ramen. Vanwege de woonfunctie zijn nieuwe, duidelijk afwijkende aluminium harmonicavouwwanden aangebracht, die op de begane grond toegang geven tot een terras en op de verdieping als Frans balkon fungeren. De dubbele rij stalen ramen met brede spouw bleek goed te hergebruiken.
De opvallende betonnen entreeportalen met karakteristieke raatvormige bovenlichten hebben hun functie behouden. Een aantal oorspronkelijke betonnen spiltrappen is hier gehandhaafd. Het betonnen vlak waarop vroeger de glaskappen op de portalen aansloten, oogt nu als een postmodern timpaan; van functioneel is het tot een decoratief element geëvolueerd. De levensloopbestendige woningen variëren in grootte van 70 tot 180 vierkante meter. Via een druk op de knop kan een verpleegkundige worden opgeroepen. Een dertigtal appartementen is door Woningfonds Vesteda gekocht voor de verhuur.
Nieuwbouw en openbare ruimte
Onder de nieuwbouw en tussen de bestaande bouw is een grote ondergrondse parkeergarage aangelegd. Het langgerekt blok nieuwbouwappartementen sluit typologisch aan op de rest door een vergelijkbare opzet met een middenzone met liften en galerijen, die hier in de dwarsrichting lopen. Wel is dit gebouw hoger. De appartementen aan de overzijde van de waterpartij zijn ondergebracht in drie urban villa’s, zodat er vanuit de bestaande wijk doorzicht is. Ook zijn deze lager waar ze aansluiten op de bestaande woonbebouwing. Binnentuinen en openbaar groen zijn collectief bezit en worden onderhouden. De als afscheiding fungerende singel rond het hele complex is gehandhaafd; wel is het terrein nu openbaar en zijn er diverse bruggen en looproutes naar de directe omgeving.
Directiegebouw
Zo ogenschijnlijk gemakkelijk als het was een goede invulling te geven aan de werkplaatsen, zo moeilijk was het een nieuwe functie te vinden voor het hoofdgebouw. Een aantal algemene zorgfuncties binnen dit woonconcept hebben hier een plek gekregen: een fitnessruimte met zwembad en sauna en een aantal praktijkruimtes voor medici, pedicure en fysiotherapie. Een geheel zelfstandig opererend restaurant met royaal terras in een binnentuin heeft de begane grond in gebruik. Daaraan gekoppeld is de gemeenschappelijke ruimte voor de bewoners.
De voormalige gehoorzaal wordt in oude luister hersteld. De kantoorvertrekken boven de entree van het hoofdgebouw worden omgevormd tot luxe maisonnettes. Alleen voor de markante 52 meter hoge toren, oorspronkelijk bedoeld voor de hoge opstelling van instrumenten, is nog geen functie gevonden. De toren bestaat voornamelijk uit de liftschacht en het noodtrappenhuis; het oppervlak van de ruimte bovenin is minimaal en niet eens geschikt als atelier voor een kunstenaar. In de uitgebreide portiersloge komt een tandheelkundige praktijk.
Een aantal gehandhaafde monumentale kunstwerken versterken het wederopbouwkarakter en de jaren-vijftigsfeer, zoals het spectaculair uitkragende bronzen beeld ‘het signaal’ van Oswald Wenckebach naast de entree. De PTT had via de Dienst Esthetische Vormgeving een goede reputatie op dit gebied. In een binnentuin is een oude telefooncel geplaatst. Helaas geen oorspronkelijk grijze, maar een groene.
* zie: BOUW 1956 p. 934-939