Industrieel erfgoed krijgt steeds vaker een nieuw leven. De vaak prachtige gebouwen worden gerestaureerd, ontdaan van minder geslaagde aanbouwen en verbouwd, meestal tot woon- of werkeenheden, maar ook horeca en sportvoorzieningen zijn soms uitstekende nieuwe functies. Overal in het land zijn voorbeelden te vinden van voormalige fabrieksgebouwen die al zijn aangepakt of nog wachten op de herbestemming. Een willekeurige tussenstand.
In het boek ‘Industrieel Erfgoed’ van Karel Loeff is een mooi overzicht te vinden van hoe de samenleving door de jaren heen anders is gaan aankijken tegen in onbruik geraakte monumentale bedrijfsgebouwen. Voor kerken, huizen, molens, kastelen, boerderijen, et cetera werd de Monumentenwet al lang toegepast, maar voor industriële gebouwen nauwelijks.
Eigenlijk bestaat er pas sinds een jaar of twintig serieus aandacht voor deze objecten, in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw gingen er veel fabrieksgebouwen, vooral in oude binnensteden, gewoon tegen de vlakte. Pas rond 1980 komt er verzet tegen die kaalslag, mede dankzij de kraakbeweging. Het Tetterodegebouw in Amsterdam is daar een bekend voorbeeld van. Maar pas in de afgelopen twee decennia is hergebruik steeds meer gemeengoed geworden met spraakmakende projecten als de Van Nellefabriek in Rotterdam, de Caballerofabriek in Den Haag en de Westergasfabriek in Amsterdam. Inmiddels zijn er tientallen, zo niet honderden voorbeelden uitgevoerd en in ontwikkeling.
Nedinsco
Het Nedinscogebouw in Venlo kwam in 2007 leeg te staan. Dit rijksmonument uit de periode 1923-1929 is een mooi voorbeeld van de Nieuwe Zakelijkheid, met veel licht, lucht en ruimte. Bij de Nederlandse Instrumenten Compagnie werden onder andere afstandsmeters, periscopen en seinlampen gemaakt.
De herbestemming en restauratie van het rijksmonument maken onderdeel uit van het Plan Maaswaard, de stedenbouwkundige herstructurering aan de zuidkant van de binnenstad. In 2009 geeft woningcorporatie Woonwenz aan diederendirrix architecten de opdracht om een plan te maken voor appartementen, kantoren en omroepstudio’s.
Het casco werd gerestaureerd, de latere aanbouwen op de begane grond gesloopt en begin 2012 begint de daadwerkelijke verbouwing, die nog voor de zomer van 2013 werd afgerond. Naast starters huisvest het gebouw een deel van het gemeentelijke stadskantoor, de lokale omroep Venlo, de regionale zender L1 en diverse mediabedrijven. Het gebouw is winnaar van de Betonprijs 2013 categorie restauratie en reparatie en van de publieksprijs Reynaers Projectprijs 2013.
De Baronie
Bij De Baronie in Alphen aan den Rijn is voor een andere oplossing gekozen. De voormalige chocoladefabriek is weliswaar net zoals in Venlo gerestaureerd en van latere uitbreidingen ontdaan, maar er is daarnaast ook nieuwbouw in de vorm van winkels, een parkeergarage en woningen gerealiseerd.
Het monumentale gebouw, zonder officiële monumentenstatus overigens, is in 1954 met Marshallhulp gebouwd en biedt nu ruimte aan bedrijfsunits in de hoogbouw, een sportschool en een horecagelegenheid in de lagere delen. In de plint van het gebouw is ruimte voor winkels. Daar tegenover is nieuwbouw neergezet met ook hier winkels op de begane grond, waardoor een winkelstraat is ontstaan met een parkeergarage er bovenop.
Ook twee nieuwbouw appartementenblokken maken deel uit van het project evenals een groen voetgangersplein. De voormalige fabriek vormt de kern van het hele project en is een laat voorbeeld van de Nieuwe Zakelijkheid van de hand van architecten Swaneveld & Goslinga. Ook voor De Baronie lagen er aanvankelijk sloopplannen, maar ontwikkelaar Green Real Estate besloot toch te investeren in restauratie van het gebouw. Architect Frank Spoek van S2 architecten is verantwoordelijk voor de restauratie en de nieuwbouw, die qua kleurstelling aansluit bij de oudbouw, maar een eigentijdse vormentaal heeft. Het groene plein en de gedeeltelijk groene gevels vormen een mooi contrast met de industriële omgeving.
Cereol
De voormalige sojafabriek Cereol in de Utrechtse wijk Oog in Al is een flink stuk ouder. Architect G. Ebbers heeft in 1905 voor de ‘Coöperatieve Stichtsche Olie- en Lijnkoekenfabriek’ een L-vormige fabriek ontworpen. Een industrieel kasteel, waaraan later diverse bouwdelen zijn toegevoegd. Jarenlang was het complex een doorn in het oog van buurtbewoners vanwege stank- en geluidsoverlast en explosiegevaar. In 2002 wordt de fabriek uitgekocht door de gemeente Utrecht.
Ook hier wordt een deel van de latere uitbreidingen van de fabriek gesloopt, maar het L-vormige fabrieksgebouw en een aantal dienstwoningen worden gerestaureerd. In het fabrieksgebouw, dat in 2008 uitbrandde en waarvan alleen de gevels nog overeind stonden, komen een basisschool, buitenschoolse opvang, wijkbibliotheek, een theater, horeca, kantoorruimte en een sportzaal. Op het terrein rondom de bestaande gebouwen worden nieuwe woningen en appartementen gebouwd door vof Meyster’s Buiten, een samenwerking tussen Blauwhoed, Heijmans en VORM Bouw. De transformatie van de historische panden is in handen van de stichting BOEi. Deze stichting is eigenaar, ontwikkelaar en beheerder van het complex. Het ontwerp van de restauratie en herbestemming is in handen van Bastiaan van de Kraats van 1meter98, de nieuwbouw is van de hand van Groosman Partners en Zecc Architecten.
De herbestemming van de voormalige Cereolfabriek is een ambitieus project dat in de loop van 2014 moet worden opgeleverd. Gelegen aan het Merwedekanaal en naast het Park Oog in Al, moet het een bruisend wijkcentrum gaan worden. De basisschool heeft inmiddels al zijn intrek in het complex genomen (zie ArchitectuurNL #06/2013).
Graansilo Wehl
In Wehl in de Achterhoek staat naast het station een voormalige graansilo. Jarenlang stond deze te verloederen. Het gebouw is in drie fases gebouwd, twee bakstenen magazijnen stammen uit de jaren twintig, de hoge silo is in 1956 opgetrokken in beton en bekleed met baksteen. Door hun afmetingen en vorm worden deze graansilo’s ook wel de kathedralen van het platteland genoemd.
Eind jaren negentig was al er sprake van sloop, maar uiteindelijk heeft de stichting BOEi zich over het complex ontfermd en het in 2013 helemaal gerenoveerd. De silo wacht nu op een nieuwe bestemming. BOEi is een non-profit organisatie die zich bezighoudt met herbestemmen van industrieel erfgoed. Zij doet dit vanuit verschillende invalshoeken: als ontwikkelaar, belegger of adviseur. Of een combinatie hiervan. In vergelijking met de Cereolfabriek is dit natuurlijk een kleinschalig project waar uiteindelijk twaalf werkunits moeten komen, maar het staat nu vooralsnog alleen mooi te zijn langs het spoor.
Sodafabriek
Een heel ander verhaal is de Sodafabriek in Schiedam. De Sodafabriek bestaat uit twee oude pakhuizen (Lijfland en Coerlandt) aan de Buitenhaven in Schiedam waar soda werd gekristalliseerd. De voormalige pakhuizen stonden te verkommeren en sloop dreigde. Maar buurman en ondernemer Ton van Adrichem van AMA Beheer zag mogelijkheden en samen met architect Peter van Velzen van Restauro architecten maakte hij een haalbaarheidsplan zonder enige garantie dat het ook daadwerkelijk uitgevoerd ging worden.
Met dat plan gingen ze naar de gemeente en wisten die te overtuigen van de haalbaarheid. De gemeente was eigenaar van het complex en verkocht het voor het symbolische bedrag van €1. Inmiddels is de coöperatieve vereniging De SodaFabriek opgericht waarin mensen voor € 25.000 kunnen investeren. Deelhebbers in de coöperatie kunnen ook in natura of met persoonlijke inzet betalen.
Waar het op neerkomt, is dat iedereen zijn nek uitsteekt voor dit project en van het één lijkt het ander te komen. De eerste huurders zijn inmiddels in het complex getrokken, er komt monumentensubsidie voor tijdelijke voorzieningen en via crowdfunding is € 75.000 verzameld voor de restauratie van een deel van het complex. Gesproken wordt nog met het gemeentelijke restauratiefonds over een laagrentende lening (1,5%) en als die rond is, is de kans heel groot dat ook de Triodosbank mee gaat om de begroting sluitend te krijgen.
Het kan dus nog een aantal jaren duren, maar ze zijn er van overtuigd dat er dan een bed & breakfast, horeca, ambachtelijke bedrijfjes en units voor ZZP-ers in de pakhuizen zullen zitten. En dat dankzij het feit dat iedereen in dit proces zijn nek heeft durven uitsteken: initiatiefnemer, architect, gemeente, deelhebbers in de coöperatie, deelnemers aan de crowdfundactie. Het is een soort domino-effect dat een prachtig resultaat kan gaan opleveren.
Veel mogelijkheden
Dit is een dwarsdoorsnede van de verschillende ontwikkelingen die er momenteel gaande zijn, maar er gebeurt natuurlijk nog veel meer. Het eerder genoemde boek Industrieel Erfgoed, een uitgave van Primers Pers in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, toont nog tientallen herbestemmingen van erfgoed, het is een steeds serieuzere opdracht voor architecten, corporaties, ontwikkelaars en andere betrokkenen.
Dit artikel is verschenen in ArchitectuurNL 2-2014.