Projectgegevens
Projectarchitect | Doeke van Wieren |
---|---|
Projectteam | Herman Nijholt, Kees Szarzynsk |
Opdrachtgever | Noordwest Friesland, St. Anna-parochie |
Adviseur Constructie | Jansen-Wesselink, Drachten |
Adviseur installaties | Adviesburea Sijperda-Hardy, IJlst |
Adviseur bouwfysica | Damstra Installatietechniek, Driesum |
Hoofdaannemer | Bouwbedrijf Kolthof, Hallum |
Tuinarchitect | Clemens Schoon bnt, Ureterp |
Start bouw | 2006 |
Oplevering | 2009 |
Bruto vloeroppervlakte | 3560 m2 |
Differentiatie | 12 appartementen, 6 eengezinswoningen, 2 groepswoningen en een zorgsteunpunt |
Bouwsom | € 3.400.000 incl. installaties, excl. inrichting en BTW |
Leverancier houten gevelelementen | Cape Cod, Plastica Waalwijk |
Leverancier stenen en dakpannen | Wienerberger |
Tekst | Trees van der Wal |
Foto's | Sjaak Henselmans |
Halverwege de terp midden in het dorpscentrum van Hallum is Offingaburg gebouwd, een verrassend woonzorgcomplex oprijzend uit een groen buitenterrein, waar jong en oud wonen en elkaar bijstaan. Niet alleen de naam van het complex verwijst naar een ver verleden, ook het ontwerp van Doeke van Wieren doet de geschiedenis van de plaats eer aan, waardoor het geheel past binnen het historisch dorpsgezicht.
In de binnenhof van Offingaburg spelen twee jongens, een oude dame kijkt toe vanaf een bankje en een ander wandelt er achter haar rollator. “Kijk, dat was de bedoeling. Jong en oud, zorgbehoeftig en gezinnen met kinderen, iedereen bij elkaar om weer te komen tot het ‘nabuurschap’ van weleer. Het is mooi om te zien dat het in de praktijk ook gewoon zo gebeurt”, zegt Doeke van Wieren van TWA architecten, leunend over de balustrade op de hoger gelegen omloop van het carrévormige complex.
Het woon/zorgcomplex halverwege de terp in het Friese Hallum bestaat uit twee groepswoningen met elk zes zorgappartementen, 14 royale seniorenappartementen en zes gezinswoningen. Het is gerealiseerd op het terrein van een voormalige koekfabriek.
Verdedigingsburcht
Het oorspronkelijke initiatief voor een woon/zorgcomplex kwam van de gemeente Ferwerderadiel, die hiermee oudere, zorgbehoeftige mensen in het dorp wilde houden. Voorheen was er voor deze categorie geen voorziening in eigen dorp. Tegelijkertijd moest het niet alleen een ouderenvoorziening worden, maar ook woningen bieden voor gezinnen zodat een gemêleerde bewoning zou ontstaan, waarbij jongeren en ouderen elkaar wederzijds kunnen bijstaan. Om dit te bewerkstelligen, was de opdracht aan de architect een wijkje met een pleintje op het voormalige fabrieksterrein.
Maar dit terrein had een lange historie. De terp gaf bewoners in de vroege middeleeuwen bescherming bij hoog water en op het terrein bevond zich in de middeleeuwen de stins Offingaburg, verdedigingsburcht en later zetel en woning van de grietman, zoals destijds de bestuurders werden genoemd. Hoe meer Van Wieren zich verdiepte in de historie van deze plek, hoe meer het ontwerp voor hem begon te leven: een compacter, kasteelachtig complex rondom een binnenruimte, dat de bewoners – net als terp en burcht – bescherming zou kunnen bieden. “we hebben naar de geest van de plek geluisterd”, aldus Van Wieren. “En als je met een eenvoudige hoofdvorm begint, organiseert al gaande het beeld zich vanzelf.”
Wel heeft de architect het onregelmatige vierkant iets gedraaid ten opzichte van het straatje – een van de acht vanaf de terp – om het complex nog vrijer in de ruimte te plaatsen.
Mantelzorg
In het basement zijn aan één kant de twee groepswoningen ondergebracht voor ouderen die permanente zorg nodig hebben. Beide omvatten een gemeenschappelijke woonruimte, keuken en sanitair en daarnaast zes royale appartementen. Als de ouderen alleen zijn, worden ze gestimuleerd gebruik te maken van de gemeenschappelijke ruimte en als ze bezoek krijgen, kunnen ze zich terugtrekken in hun ruime appartement. De vleugel haaks daarop biedt een wijkzorgpunt en een gemeenschappelijke activiteiten- en ontmoetingsruimte waarvan ook de dorpsbewoners gebruik kunnen maken. De andere twee vleugels bieden in totaal zes seniorenappartementen. Deze appartementen in het basement zijn voorzien van een trapkast, die een doorgang mogelijk maakt naar de bovenliggende gezinswoningen. Indien woning en appartement worden verhuurd aan mantelzorgers en –zorgontvangers, kan de zorggevende gemakkelijk naar de -ontvanger beneden, waarbij toch de privacy van ieder is gewaarborgd.
Op de verdieping begint een nieuw maaiveld. In één vleugel zijn over twee etages zes royale appartementen voor zelfstandige senioren ondergebracht, die zo nodig een beroep kunnen doen op het zorgpunt. Op twee andere vleugels staan drie ‘torens’ met elk twee gezinswoningen. Ruime terrassen en gaanderijen verbinden de appartementen en de woningen. De voorzieningen van mantelzorg zijn in de toekomst nog uit te breiden met een kangoeroewoning op het terras naast de eengezinswoningen. Op de tekening is hierin al voorzien.
Fundament
Het basement oogt als een opgegraven fundament van een oude burcht door de ruw gemetselde buitenmuren met de royaal aangebrachte specie nog volledig in het zicht. Ook de dieper liggende kozijnen, achter het metselwerk, geven het basement een zwaarder karakter. De appartementen en woningen op de verdieping zijn bekleed met zwart gecoat Cape Cod, een onderhoudsarm gevelsysteem van grenenhout, dat doet denken aan de vroegere, zwartgeteerde kapschuren op de terpen. De woningen op de opbouw hebben aan de kant van de binnenhof een ruim, schuin opstekend overstek. Deze knik versterkt het gevoel van geborgenheid van de hofvorm.
Het verschil in gevelbekleding is niet alleen passend bij de historie, de architect wilde met dit verschil ook een duidelijk onderscheid geven tussen het oude en nieuwe maaiveld. De opbouw op het fundament is namelijk op dezelfde hoogte als de achter de oude fabrieksmuur liggende bebouwing op de terp.
Gemeenschappelijk
Het voornamelijk groene buitenterrein rondom het complex, ontworpen door Clemens Schoon, is open en voor iedereen toegankelijk. Ook de gezinswoningen zijn met het grote raam op de begane grond, open en gericht op het buitenterrein. Doordat deze woningen op het basement liggen, wordt de inkijk enigszins beperkt. De glooiing in het buitenterrein zorgt voor een boeiende wandeling rondom het complex. Daarbij kost het enige moeite te ontdekken hoe het complex nu eigenlijk in elkaar steekt, met het lager liggende basement en de daarin meer gesloten appartementen, de robuuste appartementenvleugel en woontorens erbovenop en de diverse entrees en opgangen naar het binnenterrein.
Ook de binnenhof is vrij toegankelijk. Het geheel is hierdoor integraal onderdeel van het dorp. Hekken ontbreken en evenmin is er aan de buitenkant van het complex een vorm van tuinafscheiding. De vier kwadranten hebben ieder een eigen functie: parkeerplaats aan de straatzijde. Aan de oost- en zuidkant een gemeenschappelijke tuin met wandelpad en de mogelijkheid voor een moestuin. De zorgappartementen aan de westkant zijn gelegen aan een weilandje van circus Witova, waarin hun pony’s, geitjes, konijnen en alpaca grazen.
Eigentijds historisch
De architect is blij dat dit in velerlei opzichten bijzondere project – de wil van partijen om het te realiseren, de continue financiële druk, meerdere grondeigenaren en de verschillen in zowel programma als maaiveld – uiteindelijk zonder kwaliteitsverlies toch is gerealiseerd. En hij constateert tevreden dat de beoogde burenhulp zonder organisatie als vanzelf tot stand is gekomen.
Gemeente, woningcorporatie Wonen Noordwest Friesland, stichting Zorgcombinatie Interzorg (zorgaanbieder in het complex) en architect hebben met het nieuwe Offingaburg laten zien hoe eigentijdse dorpsvernieuwing in een originele geleding mogelijk is met behoud van de cultuurhistorische betekenis. Komend vanaf de terp, versterkt het open buitenterrein en het daarin oprijzende complex zelfs het historische dorpsgezicht.