Auto’s uit het zicht, het komt de openbare ruimte ten goede. Zeker in steden waar het woekeren is met woon-, leef- en werkruimte binnen de bestaande gemeentegrenzen. Bovendien, goede bereikbaarheid en bijbehorende parkeergelegenheid zijn belangrijke argumenten in city marketing. Tegelijk met de bouw van de nieuwe schouwburg realiseerde de gemeente Doetinchem onlangs een parkeergarage in een nieuw stadskwartier aan de rand van het centrum. Een heldere en overzichtelijke en fraai gedetailleerde garage, die baadt in een ruime hoeveelheid dag- en kunstlicht.
Doetinchem krijgt een nieuwe stadswijk, het Lookwartier, aan de noordwestzijde van het stadshart, op de plaats van een voormalige tram- en busremise. De nieuwe schouwburg Amphion staat prominent aan de rand van deze stadswijk. De locatie is voorzien van een drielaagse parkeergarage met 420 plaatsen voor publiek en 67 privéplaatsen voor wijkbewoners en abonnementhouders.
Architectuur, lay-out en constructieve opzet van de nieuwe parkeergarage zijn een integraal onderdeel van de stedenbouwkundige structuur van het Lookwartier. Het devies van architect Mark Siebers en projectcoördinator Eric Rijper van Groosman Partners architecten uit Rotterdam in een dergelijke context is: begin met het ontwerp van de parkeergarage. Dat werkt in hun optiek ‘naar boven toe’ efficiënter dan een eerst een stedenbouwkundige structuur bedenken waarnaar de functionele opzet van een parkeergarage zich moet voegen.
Het Rotterdamse architectenbureau heeft de supervisie over de stedenbouwkundige opzet van het Lookwartier. Veel verschillende partijen en architecten leverden hun aandeel tot en met het stadium van het voorlopig ontwerp (VO). Uitgangspunt was een echte multifunctionele stadse wijk met straatjes en pleintjes. Groosman Partners architecten zorgde voor het ontwerp van de parkeergarage, de koopappartementen en een deel van de stadswoningen en heeft vervolgens ook de overige stadswoningen vanaf VO uitgewerkt. Een grand café, een medisch centrum en huurappartementen zijn constructief ingepast in de onderbouw van de woonblokken.
Opzet en logistiek
De 67 privéplaatsen zijn op niveau 0, straatniveau. Deze parkeerplaatsen zijn integraal onderdeel van het ontwerp van de appartementsgebouwen die qua buitencontouren aansluiten op de contouren van de ondergrondse parkeergarage. Op niveau +1 ontstaat een binnentuin. Het parkeerdek op niveau 0 krijgt een eigen in- en uitrit en voetgangersentree exclusief voor bewoners en volledig onafhankelijk van de openbare parkeergarage.
De 420 openbare parkeerplaatsen zijn verdeeld over niveaus -1 en -2. Per parkeerdek zijn er drie zones met een breedte van 14,40 meter, de maat voor parkeren – rijbaan – parkeren. De vrije overspanning over de volle breedte van een parkeerzone resulteert in een ruimtelijk en heel overzichtelijk beeld binnen de garage, en zorgt voor gebruiksvriendelijkheid en een gevoel van sociale veiligheid. Duistere en anonieme plekken zijn uit den boze. De sfeer is licht en helder.
Er is gekozen voor zogenoemd diagonaal parkeren, dat vergemakkelijkt het inparkeren en uitrijden uit het parkeervak. Het voordeel van diagonaal parkeren is bovendien een rijbaan in één enkele richting, hetgeen veiliger is dan verkeer in twee richtingen.
De entree van de parkeergarage is voor automobilisten duidelijk herkenbaar door een fors overstek in het bouwvolume van de schouwburg boven de in- en uitrit. De in- en uitrit wordt bovendien gemarkeerd door een stalen portaal met daarbovenop de aanduiding Parkeergarage Het Loo. In verband met een vlotte afwikkeling van het parkeerverkeer zijn de interne hellingbanen gesitueerd aan de kopse kanten.
Een schegvormige vide over de volle hoogte van de drie parkeerlagen heeft een glazen dak. Een corridor langs de vide leidt naar het trappenhuis dat een deel is van de voetgangersentree voor de openbare garage. Vanuit de entree is de schouwburg meteen zichtbaar en is er eenmaal buiten staand een zichtlijn met het stadshart van Doetinchem. In de entreehal staan de betaalautomaten in een nis, dat voorkomt hinder voor in- en uitgaand publiek.
Materialen en kleuren
Het kleurenpalet van het interieur is sober, van lichtgrijs tot houttonen tot tomaatrode accenten. De parkeerzones onderscheiden zich duidelijk van de voetgangerszone door de kleur van het lichtgrijze beton. De voetgangerszone met vide, corridor en trappenhuis onderscheidt zich door de warme kleurtonen. In de corridor en op de loopbruggen door de vide ligt parket van bamboe. De verticale lamellen van gelamineerd larikshout rondom de vide zijn behalve een visueel element ook een doorrijbeveiliging. Het ritme van de lamellen verwijst naar het ritme van de bielzen van de vroegere tramlijnen die hier samenkwamen. Aan één zijde van de vide op parkeerlaag -1 kregen de lamellen een met tomatenrood gekleurde inkeping; ook een verwijzing naar de tramlijnen.
Het trappenhuis met lift bevindt zich aan een van de kopse kanten van de vide. Het is voorzien van houten vloeren, wandbekleding en treden. Op straatniveau kreeg de entree voor voetgangers een natuurstenen vloer en, aansluitend op de bebouwde omgeving, één wand van schoon metselwerk.
De kleur van de buitenwanden van interne hellingbanen is tomatenrood, goed herkenbaar voor het parkeerverkeer. Op deze wanden staan de beginregels van twee gedichten van dichteres en dendrochronologe Esther Jansma, die horen bij het kunstwerk van Cornel Bierens, dat dit voorjaar de vide wordt gerealiseerd. Het kunstwerk legt een link met archeologische vondsten die gedaan zijn bij de ontwikkeling van Lookwartier.
Veiligheid
De verlichting is aangebracht aan beide zijden van de parkeerstroken. Zo zijn rijbaan en de aangrenzende zones goed aangelicht, mede ter bevordering van de sociale veiligheid.
De bewegwijzering is summier. De structuur van de parkeergarage wijst zich voor het grootste deel vanzelf. De onderscheiden materialisatie van de parkeerzones en de voetgangerszone helpen visueel de weg te vinden.
De bewaking beschikt over een loge op niveau -1, vlakbij het trappenhuis. De loge heeft aan alle zijden glazen wanden. In combinatie met cameratoezicht en de heldere verlichting kan de bewaking snel en adequaat reageren op incidenten.
Veiligheid in parkeergarages betekent ook brandveiligheid en bescherming tegen uitlaatgassen. Zo is er brandventilatie, onderdeel van de gebruiksventilatie, die zorg moet dragen voor zichtlijnen voor de brandweer bij calamiteiten. Het zijn ventilatoren die zijn weggewerkt in de dakranden van het glasdak van het atrium. De gebruiksventilatie van de garage bestaat uit CO2- en LPG-gestuurde ventilatoren met een afvoerkanaal dat in een schoorsteen van de appartementen is ingepast.
Er zijn noodtrappenhuizen die slechts bereikbaar zijn bij calamiteiten, door indrukken van een noodknop. De trappenhuizen zijn voorzien van een overdrukinstallatie die wordt ingeschakeld bij branddetectie.
Details uitvoering
In de parkeergarage zijn leidingen voor rookmelders, verlichting, waarschuwingspanelen en ontruimingsinstallatie weggewerkt in mantelbuizen die in de druklaag van de vloer zijn opgenomen. De mantelbuizen takken af vanaf kabelgoten die in het zicht langs de buitenwanden van de garage lopen. De detectie voor uitlaatgassen en LPG is verdiept aangebracht achter RVS-roosters die zijn opgenomen in betonkolommen. De betonkolommen hebben een ellipsvormige doorsnede, hoeken beschadigen immers snel. De kolommen kregen bovenaan een insnijding, waardoor de bovenliggende constructie visueel even loskomt van de kolom.
Door deze subtiliteiten en ingrepen is er een kleinere kans op verrommeling, blijft hopelijk schade door vandalisme beperkt en wordt vervuiling tegengegaan.
De integrale aanpak van stedenbouw, architectuur, constructief ontwerp, logistiek en installatietechnische voorzieningen resulteren in een vormgeving van een parkeergarage die meer is dan een bergplaats voor auto’s, hoewel het menselijk verblijf meestal kortstondig is.
Gerelateerd
Tags:
premium