Projectgegevens
Architect | Kraaijvanger Urbis – Rob Ligtvoet |
---|---|
Interieurontwerp en supervisie | Sander architecten |
Projectarchitect | Ellen Sander |
Projectteam | Sander Annemarie Dijkhof, Yvonne Modderman, Niels Maree |
Deelontwerpen | Pentagram, Ineke Hans, Emma Architecten, Next Architects, Richard Hutten, Inside Outside |
Opdrachtgever | Rabobank Nederland Utrecht |
Adviseur werkconcepten | Veldhoen + company |
Adviseur constructie | ABT |
Adviseur installaties | Wolter en Dros |
Adviseur bouwfysica | Valstar Simonis |
Adviseur akoestiek | Peutz |
Adviseur horeca | Vijverborgh |
Hoofdaannemer | Bouwcombinatie Heijmans/van Eesteren |
Interieurbouwers | Hoogendoorn Werkendam, Smeulders Nuenen en Soons Interieurbouw Schimmert |
Start bouw | 2008 |
Verwachte oplevering | eind 2011 |
Bruto vloeroppervlakte | 56.000 m2 |
Aanneemsom | € 130.000.000 |
Tekst | Anka van Voorthuijsen |
Foto’s | Alexander van Berge |
Hoger bouwen dan de Dom (112 meter) mag in Utrecht niet. Het nieuwe bestuurscentrum van Rabobank Nederland is zeven meter lager, maar de glimmende glazen ‘verrekijker’ van bureau Kraaijvanger Urbis bepaalt sinds kort wel degelijk het silhouet van de stad. Dit artikel is het eerste deel in een serie in ArchitectuurNL over het Nieuwe Werken vertaald in interieurontwerp.
Ruim 3300 bankmedewerkers gaan rond de jaarwisseling 2011-2012 aan het werk: niet aan hun eigen bureau, niet elke dag naast dezelfde collega, maar volledig ‘unplugged’. De Rabobank gaat met een eigen variant op Het Nieuwe Werken aan de slag. De werknemer bepaalt voor een groot deel zelf waar en wanneer hij werkt. Kiest een werkplek die bij de aard van de activiteiten van die dag past. Het Nieuwe Werken levert altijd een besparing op van bureaus. Aan de Croeselaan in Utrecht is straks voor 80% van het totaal aantal medewerkers, een fysieke werkplek beschikbaar. Tijdens de ontwerpfase werd een proeftuin ingericht in het Utrechtse kantoor van de Rabobank Nederland, Beneluxstaete in de wijk Kanaleneiland. Zo konden medewerkers kennismaken en wennen aan de praktijk van unplugged werken.
Form follows flow
Sander Architecten uit Amsterdam ontwikkelde een daarbij aansluitende visie op het interieur. De uitgesproken vorm van het gebouw – het is een toren met twee kernen met in het midden een smallere taille – brachten Ellen Sander tot het uitgangspunt ‘form follows flow’, als variant op het bekende ontwerp-adagium ‘form follows function’.
Flow verwijst in die visie naar het op een intuïtieve manier je weg vinden in de werkomgeving. De torens, en alle ruimte daartussen en er omheen, leiden tot zeer uitgestrekte verdiepingsvloeren. De kunst was om daar een ordening in aan te brengen zonder terug te vallen op verticale scheidingswanden, die meer bij het traditionele cellenkantoor passen dan bij zo’n flexibel werkconcept. De manier waarop de natuur ordent was daarbij een voorbeeld: zoals een meanderende rivier in de binnenbochten het hardst stroomt, zijn dat op een werkvloer ook de plekken waar zich de meeste activiteit af zal spelen. De drukste routes bevinden zich tussen de twee kernen van de onderling verbonden torens, rondom trappenhuizen en de liften. Daar bevinden zich dus straks de koffiecorners en gezamenlijke werkplekken. Aan de buitenzijde van het gebouw zit de rustige zône met eenpersoonswerkplekken en cockpits.
Supervisor en zes deelontwerpen
Sander Architecten was 10 jaar geleden als één van de deelontwerpers betrokken bij de veelgeroemde en vernieuwende inrichting van het Interpolis hoofdkantoor in Tilburg. Kort daarna volgde een opdracht van het Ministerie van Economische Zaken voor het inrichten van het Media Plaza in de Utrechtse Jaarbeurs: dat was een voorloper op het gebied van kantoorinrichting in een digitale werkomgeving. Het bureau kreeg daarvoor een voorsprong in het denken daarover en specialiseerde zich als vanzelf in het vormgeven van flexibele werkconcepten. De Rabobank selecteerde Sander Architecten nu uit een groep van 20 architecten, als interieurarchitect en supervisor voor het project.
Bij het bestuurscentrum gaat het om een bruto vloeroppervlak van 56.000 vierkante meter: 25 verdiepingen kantoor op een brede plint van twee verdiepingen. Binnen de visie van Ellen Sander zijn bewust nog zes deelontwerpers aangetrokken om met een rijkdom aan handschriften eenheid in diversiteit te realiseren. Dat werden Next, Emma, Ineke Hans, Richard Hutten, Pentagram en Inside Outside.
Gebouw als stad
In de brede plint van het gebouw, de Plaza, bevindt zich de entree, een kunstgalerie, een espressobar en het grote bedrijfsrestaurant. Altijd bedrijvigheid, plek voor ontmoetingen. Zowel architect als interieurarchitect vergelijken het totale bestuurscentrum met een stad. Het centrale gedeelte van de Plaza is in dat geval de Grote Markt. Daaromheen liggen buurten, die – door het inschakelen van meerdere ontwerpers – net zoals in een stad, allemaal een eigen karakter hebben.
De 25 verdiepingen daarboven zijn in vijf clusters verdeeld. Elk cluster heeft een eigen kleur vloerbedekking, die van sappig groen beneden, verdroogt naar goudgeel graan op de bovenste etages. De onderste verdieping van zo’n cluster is een zogenaamde samenwerkingsvloer: die loopt door tot aan de gevel en op die etage zitten de vergaderzalen, spreekkamers en eetgelegenheden. De werkvloeren daarboven hebben een vide aan de kant van de gevel en staan onderling in verbinding met elkaar en met de samenwerkingsvloer.
Clubhuizen en huiskamers
Iedere deelontwerper kreeg de opdracht om een clubhuis te ontwerpen voor de Plaza, een flinke hoek van het geheel met diverse werkplekconcepten en een vergaderpaviljoen. Daarnaast kreeg elke ontwerper een cluster toebedeeld waaraan ze een eigen gezicht konden geven door het ontwerp van huiskamers en de wandafwerking van vergaderruimtes. Om met zoveel ontwerpers toch eenheid in het interieur te krijgen, stelde Sander Architecten randvoorwaarden op. Het ordenend principe van de stad, de ruimtelijke vormgeving en de materialisatie werden vastgestelde uitgangspunten waarbinnen de ontwerpers konden werken. Alle vrijstaande paviljoens werden cilindervormige elementen. Als materiaal diende hout gebruikt te worden. Ook alle tinten wit waren toegestaan. Daarbinnen blijkt nog genoeg variatie mogelijk. Emma Architecten ontwierp paviljoens als vogelnestjes, van houten stroken. Next Architects bouwde in bamboe en textiel en Sander Architecten ging zelf met Japans washi-papier en karton aan de slag.
Open werkplekken betekent dat de akoestiek veel aandacht vergt. Er is hier gekozen voor akoestische plafonds, vergaderzalen met akoestische beplating aan de buitenzijde (voorzien van een fraai geabstraheerd berkenpatroon), maar ook – in de kantorenbranche erg ongebruikelijk – hoogpolig tapijt. Hiermee heeft Sander Architecten haal flow-visie expliciet vormgegeven: daar waar de meeste activiteiten plaatsvinden, tekent zich op de vloer een kort geschoren looppad af. Daar maak je snelheid, daar ben je onderweg. Richting gevels, waar de stilteplekken liggen en de vergaderzalen, is het tapijt hoogpolig. Daar heerst een ander, rustiger tempo.
Verticaal museum
De Plaza is het visitekaartje van het nieuwe bestuurscentrum. Onder enorme lichtkoepels met een doorsnede van 4,5 meter is steeds een activiteit geconcentreerd; restaurant, vergaderpaviljoens, espressobar. Die laatste is herkenbaar als mega-trechter, de inbreng van Richard Hutten. De gigantische ruimte loopt over twee verdiepingen en vormt als het ware de sokkel van de twee torens. Op de Plaza bevindt zich straks bijvoorbeeld een openbaar toegankelijke kunstgalerie met de – kwalitatief gezien bijna museale – kunstcollectie van de Rabobank.
Blikvanger in de ruimte wordt een werk van de kunstenaar Ni Haifeng, die duizenden Nederlandse gebruiksvoorwerpen verzamelde, en die in China in blauw porselein liet namaken. Al die porseleinen schaatsen, theepotten en zelfs een porseleinen senseo-apparaat krijgen een plek in een speciaal ontworpen kast (van 50 centimeter bij 36 meter en 5 meter hoog) in de Plaza. Een deel van de kunstcollectie zal ook in de torens op de samenwerkingsvloeren tentoongesteld worden, waarbij in elk cluster één van de kunstdisciplines te zien is (fotografie, beeldende kunst, grafisch werk, schilderkunst en mediakunst.) Die kunstzônes bevinden zich steeds in de taille van het gebouw zodat er een soort verticaal museum ontstaat.