Waar het natuurgebied van Voornes Duin grenst aan de Maasvlakte, ligt het restaurant Aan Zee. Een bijzondere plek, want deze habitat van beschermde diersoorten grenst aan de almaar westwaarts uitdijende Rotterdamse haven. Het restaurant is dan ook gecombineerd met een vrij toegankelijke uitzichtpunt voor de kranen en schoorstenen van de Maasvlakte. Het restaurant functioneert vrijwel autarkisch, zonder rioolaansluiting en met minimale reguliere nutsvoorzieningen. De jonge architecten Marten de Jong en Jurg Hertog van Emma architecten tonen met dit project hun ambities.
Marten de Jong van Emma architecten schetst de voorgeschiedenis van het plan: ‘Het zogenaamde autostrand van Oostvoorne, waar je met de auto het strand op mocht rijden, is in 2004 gesloten. Daar waren een caravan waar patat verkocht werd en een parkeerterrein. De gemeente heeft toen om ideeën gevraagd voor deze plek. Opdrachtgever Van Marion, die al een hotel, restaurant en bed & breakfast in Oostvoorne bezit, heeft toen een nieuw restaurant voorgesteld. Hij kende een verbouwing die wij voor een familielid van zijn buurman hebben ontworpen en zo werden wij in een vroeg stadium bij het project betrokken. Het was duidelijk dat op deze unieke plek geen gewone strandtent moest komen. Je hebt op deze plek geen voorbijgangers, maar het gebied trekt wel publiek. Op het strand en de slikken zijn kitesurfers, mountainbikers en ruiters actief. Er komen verder wandelaars, natuurliefhebbers en vogelkijkers. We wilden een gebouw maken waarvan heel Rotterdam zegt: daar wil ik heen.’
Het gebouw ligt op de grens van het natuurgebied Voornes Duin en de Maasvlakte en verder ligt het op de primaire waterkering. Deze bijzondere positie is aanleiding geweest voor de vorm. Marten de Jong: ‘Het is eigenlijk een industriële doos die in het duin ligt ingegraven, waar een organisch gevormde houten wand omheen krult. Oorspronkelijk zouden er zeecontainers worden ingegraven, maar deze bleken te weinig vormvast om het zandgewicht op te vangen. Nu zijn betonnen kelderbakken gebruikt en zijn de containers alleen nog als bekleding gebruikt. Verder is er een staalconstructie toegepast met grote glaswanden naar het terras, waarbij rekening moest worden gehouden met een flinke windbelasting.’
Het gebouw is in principe demontabel. De uitvoering had de nodige complicaties. Marten de Jong: ‘Er kan hier alleen gebouwd worden in de periode ná het broedseizoen en vóór het stormseizoen, dus in de periode van april tot oktober. Doordat zoveel mogelijk prefab gebouwd is, is dat gelukt.’ De gekrulde wand is binnen en buiten bekleed met gepotdekselde delen. De wand krult uiteindelijk om de schoorsteen tot een uitzichtpunt. Het dak is beloopbaar en vrij toegankelijk voor kijkers. Schelp en slakkenhuis zijn een logische associatie bij de locatie.
Duurzaamheid
Opdrachtgever en architecten hebben van begin af aan samen gezocht naar het juiste concept voor het restaurant en de juiste vormgeving. Het thema duurzaamheid lag voor een gebouw op deze locatie voor de hand. Marten de Jong: ‘Sowieso is duurzaamheid voor ons een belangrijk thema. Door de afgelegen locatie ontstond het idee voor een autarkisch gebouw. Hieruit ontstond ook het idee om op hout te koken en zoveel mogelijk met lokale en seizoensgebonden producten te werken. Dan vermijd je veel transport. De wijn wordt bijvoorbeeld zelf getapt uit een groot vat. Je ziet de keuken waar regionale producten op hout worden bereid. Er is geen frituur. Het is echter geen dogmatisch biologisch of vegetarisch restaurant.’
De architecten hebben niet alleen het exterieur en het interieur ontworpen, maar zijn bij alle aspecten betrokken, van het logo tot de kleding en het servies. ‘Er zijn ruime tafels waar voldoende plek is voor alle pannen en borden. Zodra de gast gaat zitten komt er water en brood op tafel. Eten is geen functionele handeling, maar een sociaal gebeuren. Het gebouw moet als het ware onthaasten. Met een leestafel, een open haard, een bar en een soort zitrots zijn verschillende plekken gecreëerd. Bar en leesbank lijken als monolieten uit de zandkleurige vloer op te rijzen. De opdrachtgever vond dat ook het bezoek aan het toilet iets bijzonders moest zijn. Dat je terugkomt van de wc en zegt, daar moet je eens gaan kijken. We hebben wastafels uit een rotsblok gevormd en hier bijzondere uitzichtpunten gecreëerd.’
Autarkisch gebouw
Het gebouw heeft een bijzondere water- en energiehuishouding en kan nagenoeg autarkisch functioneren. Er wordt gebruik gemaakt van warmte-koudeopslag in combinatie met zonneboilers en een natuurlijk convectiesysteem voor de ventilatie. Elektriciteit wordt opgewekt met windmolens en PV cellen. Alle verlichting is led-verlichting. In de keuken is geen plek voor energieverbruikers als magnetron, frituur en gasoven; er wordt gekookt op een in Oostenrijk vervaardigd fornuis. Op termijn zal er sprokkelhout uit de duinen worden gebruikt dat op eigen terrein wordt gedroogd. Het afvalwater wordt gezuiverd in een helofytenveld van 200 vierkante meter. Eerst wordt het vet afgescheiden uit het afvalwater en dat wordt weer als biomassa gebruikt. Drie kabels zijn verplicht getrokken. Een datakabel voor de stabiliteit van pintransacties en beveiligingssystemen. Elektriciteit voor het opvangen van gebruikspieken en opwekkingsdalen. Drinkwater omdat het zelf oppompen in zilt gebied complicaties heeft.
Visie
Emma architecten heeft uitgesproken ideeën over architectuur. ‘We willen geen gebouwen maken die alleen begrepen en gewaardeerd worden door het selecte architectenwereldje. Architectuur moet niet alleen aan zichzelf refereren. Dan krijg je een soort abstracte kunst die alleen voor ingewijden begrijpelijk is. Wij laten ons vooral inspireren door zaken buiten de architectuur. De organische, sculpturale vorm past goed bij de context van strand en duin. Wij willen expressieve, sculpturale gebouwen maken waarin mensen gelukkig zijn. Het gebouw moet mooi zijn en mooi oud worden.’