Projectgegevens
Projectarchitect | Otto van Dijk |
---|---|
Medewerkers | Henk de Veer, Simon Bergervoet |
Opdrachtgever | Particulier |
Hoofdaannemer | Kuijpers Heteren |
Adviseur Constructie | Heym de Heer, Velp |
Adviseur installaties, bouwfysica en akoestiek | Architektenburo oTTo van Dijk |
Tuinontwerp | Ir Anja Guinée, Rotterdam |
Start bouw | 2004 |
Oplevering | Mei 2005 |
Bruto inhoud | 3200 m3 |
Tekst | Peter Visser |
Foto's | Harry Noback |
In het bestemmingsplan voor de nieuwbouwwijk Melkweide was alleen het voorhuis van deze boerderij uit 1649 aangegeven als te behouden object, vanwege zijn status als rijksmonument. Opdrachtgever en architect zagen echter andere mogelijkheden en betrokken ook het achterhuis en de bijschuur in het plan. De combinatie van restauratie en renovatie, en de spanning tussen historisch en eigentijds resulteerden in een uniek project.
De voormalige bewoner van de boerderij verkocht zo’n tien jaar geleden zijn land aan de gemeente Heteren, die daarop de nieuwbouwwijk Melkweide ontwikkelde. Sinds 1998 zijn er ongeveer 500 woningen in het gebied gebouwd, de laatsten zijn nu in ontwikkeling. De boerderij met erf ligt ingesloten tussen de nieuwbouw op een terp.
Het stedenbouwkundig plan van SVP architectuur en stedenbouw en DS Landschapsarchitecten gaat volgens architect Otto van Dijk niet erg subtiel om met de landschappelijke context van de boerderij, de nieuwbouw is als het ware op het voor- en achtererf van de boerderij gezet.
Plannen om de boerderij meer ruimte te geven door middel van een brink met daaraan de historische vloedschuur haalden het echter niet, omdat hierdoor acht woningen minder gebouwd kon worden. Ook andere plannen om de boerderij een nieuwe functie te geven haalden het niet. Uiteindelijk is besloten tot een particuliere woonfunctie voor de boerderij.
Drie benaderingen
Omdat het voorhuis van de boerderij een rijksmonument is, werd dit volledig gerestaureerd, zowel van buiten als van binnen. In dit deel bevinden zich een kantoor, keuken en eetkamer en slaapkamers op de verdieping. De structuur van de vertrekken is hetzelfde gebleven en op een aantal plaatsen zijn historische elementen zichtbaar gemaakt in onder andere glazen loopzones in de keuken, die in de voormalige opkamer is gesitueerd.
Op de zolderverdieping zijn vier slaapkamers gerealiseerd en in het midden van de ruime overloop is een sanitaire cel geplaatst. Deze is uitgevoerd als een meubel in betonkleur en voorzien van een glazen dak. In combinatie met glazen dakpannen tussen voor- en achterhuis is ook deze sanitaire cel van daglicht voorzien.
Van de bijschuur is de schil gerestaureerd maar het interieur is gerenoveerd. Hier zijn de ingang, garage, werkplaats en op de verdieping een atelier en bergzolder te vinden.
Het meest ingrijpend is de renovatie van het achterhuis (de vroegere deel) geweest. Omdat deze te groot was om in zijn geheel bij de woning te betrekken is er gekozen voor een zwevend woonvolume binnen de historische structuur. Hierdoor ontstond er binnen het achterhuis een binnenterras als intermediair tussen het woongedeelte en het buitenterras en de tuin.
De hiërarchie van de historisch gegroeide volumes is in een eigentijds restauratieconcept vertaald. Hierdoor kreeg het meest dynamische deel, het achterhuis, het meest dynamische spanningsveld tussen oud en nieuw in de vorm van de zwevende wooncontainer tussen historische spanten onder een zinken schoependak. De ingetogen detaillering versterkt dit concept.
Materialisatie
De wooncontainer van twee verdiepingen bestaat uit een vloer van staal en beton met daarop houtskeletbouw. De oorspronkelijke betonvloer van de deel is gehandhaafd en in het zicht gelaten. De container is binnen de bestaande spanten gerealiseerd, die daardoor mooi in het zicht blijven. De binnenterrassen zijn zwevend geplaatst en uitgevoerd in beton met ingestorte latten, een materialisatie die heel goed aansluit bij het oorspronkelijke beton en hout.
In de gevels van het achterhuis zijn messcherpe openingen gesneden zonder kozijnvullingen als verbinding tussen binnen en buiten. Bij de openingen tussen voor- en achterhuis zijn geoxideerde stalen dagkanten toegepast. De overgang tussen woonvolume en voorhuis bestaat uit een glazen spouw met trap naar de verdieping. Door de eerder genoemde glazen dakpannen komt hier ook een overvloed aan daglicht naar binnen.
In de wooncontainer bevinden zich beneden de woonkamer en boven de slaapvertrekken en badruimte. Douche en toilet zijn zwevend opgehangen in een vide boven de woonkamer en voorzien van glazen wanden met rietstengels erin verwerkt.
Beweegbaar dak
Om te zorgen voor voldoende daglichttoetreding in het woonvolume, is het bestaande dak van de deel vervangen door een met zink afgewerkt schoependak. Spleten tussen de schoepen zorgen voor daglicht terwijl het dakvlak vanaf de buitenzijde een samenhangend beeld blijft houden. Het licht reflecteert via het hout aan de onderzijde van de schoepen en geeft de kapconstructie op die manier een meerwaarde.
In het westelijke deel van het dak zijn 27 beweegbare schoepen aangebracht om het uitzicht te vergroten vanuit het woonvolume op de aangrenzende waterpartij.
Omdat riet en zink zich niet goed verhouden is voor de overgang tussen het rieten dak van het voorhuis en het schoependak van het achterhuis gebruik gemaakt van glazen dakpannen, die tevens voor daglicht tussen de twee volumes zorgen. Een riettrap zorgt voor een subtiele aansluiting tussen riet en glas.