Schaapskooi Almere

Schaapskooi Almere

Project
Door: Redactie ArchitectuurNL | 12-06-2008

Projectgegevens

Projectarchitect Carina Nilsson
ProjectleiderBas ten Brinke
OpdrachtgeverGemeente Almere, DMO/NME
HoofdaannemerReimert Bouw en Infrastructuur, Almere
ConstructeurIngenieursgroep van Rossum, Almere
E-installaties R&S techniek Zwolle
W-installaties Technisch Installatiebedrijf de Reus, Lelystad
Bruto vloeroppervlakte 400 m²
Start bouw Januari 2007
OpleveringOktober 2007
Bouwkosten€ 300.000
Foto’sGer van der Vlugt
TekstEgbert Koster

Het Almeerse bureau 70F Architecture ontwierp een fraaie schaapskooi voor de gemeentelijke schaapskudde van Almere. Zowel in vorm als constructie blinkt de schaapskooi uit in eenvoud en zuiverheid. De abstract geometrische vormgeving gaat gepaard met een uitgesproken natuurlijk materiaalgebruik.

De schaapskooi ligt aan de rand van het Vroege Vogelbos, tussen de A6 en Almere-Haven, waar schapen worden ingezet bij het bestrijden van reuzenbereklauw. Naast de schaapskooi bevindt zich een zorgboerderij waar voor mensen met een beperking dagactiviteiten worden georganiseerd op het gebied van dierverzorging, houtbewerking en bosbeheer. Een deel van de dierverzorgingsactiviteiten vindt in de schaapskooi plaats. Daarnaast worden in de schaapskooi ook schoolklassen ontvangen in het kader van natuureducatie en kunnen moslims uit Almere in de aanloop naar het Offerfeest er terecht voor de aanschaf van een offerlam of –schaap. Behalve aan circa 100 schapen biedt de schaapskooi ook onderdak aan een kantoortje en bergruimte voor de afdeling landschapsbeheer. De herder kan in de lammertijd in de schaapskooi blijven slapen in een logeerverblijf dat als een regiekamer over de schapen in de stal uitkijkt.

Perfect raster
De architectuur van de schaapskooi combineert een abstract geometrische vormgeving met een uitgesproken natuurlijk materiaalgebruik. In de detaillering heeft 70F Architecture een − gegeven de aard van het gebruik − bijna ridicule strakheid doorgevoerd. Het resultaat is fraai en fascinerend maar technisch imperfect. Ook voor een betrekkelijk eenvoudige schaapskooi gaat blijkbaar het adagium op dat ‘goede architectuur lekt’. Het feit dat aan een schaapskooi in bouwfysisch opzicht nauwelijks eisen worden gesteld, was voor 70F aanleiding om te streven naar architectuur die uitblinkt in eenvoud en zuiverheid. Om het gebouw een natuurlijke uitstraling te geven en te laten harmoniëren met zijn omgeving werd hierbij gekozen voor een uitvoering in onbehandeld hout (western red cedar).

De schaapskooi heeft de vorm van een 36 meter lange zelfdragende koker met een asymmetrische doorsnede waarin met veel gevoel voor compositorische verhoudingen drie lichtopeningen van verschillende grootte zijn aangebracht. De constructie van de koker bestaat uit een reeks identieke gebogen stalen spanten waarover een perfect raster van rechte gordingen en buigzame tengels lijkt te zijn uitgerold. Schoren ontbreken omwille van de geometrische zuiverheid van het raster. De koker ontleent zijn stabiliteit aan het zware stijl- en regelwerk van het kantoortje en logeerverblijf aan de westelijke kopgevel, waarvan de zijwanden en verdiepingsvloer gezamenlijk een stabiele H vormen.

Regenkettingen
In het lage deel van de koker bevindt zich de potstal voor de schapen. Het hoge deel is voor de opslag van stro en hooi. Ventilatieroosters op de aansluiting tussen de betonnen vloer en de houten huid van de koker zorgen voor de aanvoer van verse lucht en de afvoer van het vocht dat de schapen produceren. De houten beschieting bestaat uit gepotdekselde delen western red cedar van verschillende breedte in een willekeurig ritme. Omdat de schaapskooi (afgezien van het kantoor- en logeerdeel) bouwfysisch slechts wind- en waterdicht hoeft te zijn, is de houten huid enkellaags en ongeïsoleerd uitgevoerd. Wel is omwille van de wind- en waterdichtheid, in overleg met de bouwdienst van de gemeente, in de overlappingen van de houten delen cellenband aangebracht. Dit kan echter niet voorkomen dat in de praktijk door de stuiknaden tussen de houten delen toch aanmerkelijk meer regenwater naar binnen sijpelt dan was voorzien. Inmiddels zijn daarom aan de binnenzijde van de stal onder de stuiknaden zinken goten aangebracht die het binnensijpelende water afvoeren via regenkettingen, die eenvoudig van binnen naar buiten hangen door open gaten in de overhangende delen van de houten huid. Het bovenste deel van koker en het dak van de dakkapel zijn overigens voorzien van een conventionele bitumen dakbedekking die van veraf net zichtbaar is, maar door de grijsbruine leislag verrassend goed kleurt bij het reeds verweerde western red cedar.

Sfeerverlichting
De strakheid waarmee het gebouw is gedetailleerd dwingt bewondering af maar schiet, gezien de functie van het gebouw, af en toe zijn doel voorbij. De charme van de robuuste kokerconstructie van onbehandeld hout is dat deze juist mooier wordt bij veroudering. Dit geldt echter niet voor de toevoegingen aan de koker die door hun minimalistische vormgeving, detaillering en materialisatie (transparant wit gelakt berkenhout en -multiplex) onnodig gevoelig zijn voor vervuiling, beschadiging en de tand des tijds. Ook pleit het niet voor de functionaliteit van het ontwerp dat de logeerruimte voor de herder om compositorische redenen zonder te openen ramen is uitgevoerd.
De subtiele sfeerverlichting in de schaapskooi, met design hanglampen boven de potstal en uplighters op de stalen spanten, is daarentegen zeer doeltreffend. Het warme kunstlicht zal de schapen weliswaar worst zijn, maar draagt wel in belangrijke mate bij aan de beleving van de ruimte door bezoekers en de milieu- en diervriendelijke uitstraling van het gebouw.

     

Gerelateerd

Tags:

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.