Wonen in Den Haag en werken in Delft was niet ideaal en dus besloten Esther Stevelink en Arie Bergsma, samen GAAGA studio for architecture, wonen en werken te combineren. Dan ook maar gelijk zelf bouwen, dachten ze, en waar kon dat beter dan in Nieuw Leyden, de Leidse wijk waar ze al zoveel bouwden voor particuliere opdrachtgevers. Nu vervulden ze een dubbelrol als architect én opdrachtgever. Het leverde een spannend woon-werkhuis op.
Eigenlijk was er niets dat GAAGA gebonden hield aan Delft of Den Haag en de reistijd was alleen maar een nadeel. Dus lag wonen en werken op één locatie voor de hand en na wat rondgekeken te hebben naar bestaande bouw kwam er een moment waarop ze bedachten dat ze eigenlijk veel liever zelf gingen bouwen.
Inmiddels staan er in Nieuw Leyden al negen particuliere woningen van hun hand (zie ArchitectuurNL #01 en #02/2010) en er komen er nog meer, dus waarom niet dáár gaan bouwen? Zo gezegd zo gedaan, ze schreven in op een bijzondere kavel en kregen die nog toegewezen ook.
En dan ben je als architecten opeens zowel opdrachtgever als ontwerper, in constante dialoog met jezelf. In tegenstelling tot veel andere kavels in Nieuw Leyden is deze grondgebonden en staat dus niet op een gezamenlijke parkeergarage. Bovendien was het een hoekkavel aan een klein parkje, eigenlijk te mooi voor woorden.
Binnen de stedenbouwkundige randvoorwaarden realiseerden ze een compact en simpel volume zonder erkers of balkons en met alleen grote ramen die de gevel doorbreken. Een huis van grote gebaren, maar vooral ook een praktisch huis waar veel keuzes pragmatisch gemaakt zijn.
De kavel wordt ten volle benut, alleen aan de straatzijde is er een ommuurde patio gekomen, waardoor de afstand tot de buren wat groter is dan elders in de wijk. ‘Toch voelden we ons een beetje in een aquarium toen we hier net woonden’, vertelt Esther, ‘dat komt natuurlijk door die enorme ramen op de woonverdieping. Maar nu zijn we er al helemaal aan gewend dat we kunnen zien naar welk televisieprogramma de overbuurman kijkt.’
Boven en beneden
Het pand kent een gestapeld programma, de begane grond is ingericht om te werken, de eerste verdieping is om te wonen en de tweede om te slapen. Elke verdieping heeft een eigen sfeer, de begane grond is zakelijk met kasten, bureaus en computers. De woonverdieping is al veel persoonlijker met een zitdeel, een eetdeel en keuken.
Die keuken is eigenlijk helemaal geen keuken, maar één lang keukenmeubel onder de vide erboven. Een gigantisch raam aan voor- en achterzijde en een derde raam in de vide op de tweede verdieping zorgen ervoor dat het, zelfs bij somber weer, in de woonkamer altijd licht is.
De slaapverdieping is de meest intieme van de drie en vanwege de vide ook kleiner dan de ondergelegen verdiepingen. Ramen in de slaapkamers kijken over de vide heen door het grote raam naar buiten. Luiken in de slaapkamers maken contact tussen wonen en slapen mogelijk.
Optimum zoeken
Het ontwerpen was constant proces van trial & error, een doorlopend zoeken naar de juiste balans. Het ontwerp werd gedurende het proces steeds rustiger, steeds abstracter, op zoek naar de optimale verhouding tussen prijs en kwaliteit.
Dat alles resulteerde in een strakke afwerking met veel oog voor detail, of eigenlijk juist niet, want de details zijn tot een minimum beperkt. Er zijn pragmatische beslissingen genomen, door bijvoorbeeld slimme combinaties te maken. Zo is het toegangshek van geperforeerd staal tegelijk besteld met de hekken van de Franse balkons, wat enerzijds voor eenheid zorgt, maar ook goedkoper is dan wanneer ze apart waren ontworpen. De badkamer is dan weer gewoon besteld via internet en door de aannemer geplaatst.
Regelgeving
Met regelgeving heb je als architect altijd te maken, het gaat erom om binnen die regelgeving slimme oplossingen te bedenken. De ramen en luiken in de slaapkamergevels zijn eigenlijk de enige concessie. Dat de slaapkamers ramen aan de vide hadden was niet voldoende, het grote raam in de vide telde niet mee bij de daglichtberekening. Dus moesten er ramen in de gevels komen. ‘Omdat we deze kleine ramen liever niet in het gevelbeeld hadden, hebben we ze weer afgedicht met gestucte buitenluiken. Achteraf zijn we erg blij met deze oplossing omdat ze nu als ventilatie dienen en tegelijkertijd een leuk element van de gevel vormen.’
Om lelijke traphekken te voorkomen zijn de trappen ingeklemd tussen twee muren. Een speciaal ontworpen trapleuning maakt het geheel helemaal af. Overigens was de uitvoering alleen maar mogelijk met een kleine aannemer, die is flexibel genoeg om aan alle specifieke oplossingen gehoor te geven.
Het beste voorbeeld daarvan is de buitengevel die bij veel mensen vragen oproept. De gemiddelde voorbijganger denkt dat het beton is, maar iemand met een beetje bouwkundig inzicht snapt dat dat niet kan. De gevel is namelijk gewoon gestuct, hoewel de term ‘gewoon’ hier niet helemaal op zijn plaats is, want in het stucwerk is met de hand een horizontale belijning aangebracht. Zo is de gevel zowel ambachtelijk, stuc, als vernieuwend, reliëf. Een grote aannemer zou daar nooit aan beginnen in verband met garanties. Nergens voor nodig, want het huis staat er nu bijna een jaar en de gevels zien er nog als nieuw uit. Bovendien heeft het gelijk voor een naam voor het pand gezorgd: Stripe House.
Lees ook het artikel over Stripe House