Het Goetheanum in de Zwitserse Jura is het gebouw van de antroposofische beweging. Sinds de voltooiing in 1928 is er veel bijgebouwd en intern verbouwd, met als gevolg dat de entree en de openbare ruimten op de begane grond wat dichtgeslibd waren en de routing niet helder meer was. Yaike Dunselman van bureau negen graden architectuur viel de eer te beurt om de indeling en vormgeving van deze ruimten te verbeteren. Met enkele slimme ingrepen maakte hij het gebouw uitnodigender en overzichtelijker voor bezoekers.
De filosoof en architect Rudolf Steiner (1861-1925), grondlegger van de antroposofie, ontwierp in 1924 het tweede Goetheanum, dat het in as gelegde eerste houten Goetheanum verving. Het is gebouwd bij het Zwitserse dorp Dornach, 10 kilometer ten zuiden van Basel. Het nieuwe gebouw werd geheel in beton uitgevoerd. De plastische vormgeving drukt het spirituele mens- en wereldbeeld van Rudolf Steiner uit. Steiner noemde het gebouw naar de schrijver Johann Wolfgang von Goethe, die een belangrijke inspiratiebron voor hem was. Alle ruimten, vormen, kleuren en details hangen in zijn ontwerp met elkaar samen.
Renovatie
Na bijna 90 jaar intensief gebruik, was het gebouw aan een grondige renovatie toe. Het dak en de gevels zijn als eerste aangepakt. Er zijn nieuwe leien als dakbedekking toegepast en de betonnen gevels zijn gerepareerd en schoongemaakt. Voor verbetering van het bestaande interieur maakte het Baubüro van het Goetheanum een eerste concept. In augustus 2014 werden Yaike Dunselman en twee andere architecten uitgenodigd om dit plan te beoordelen en becommentariëren. De andere twee architecten kwamen met geheel nieuwe voorstellen. Dunselman echter beantwoordde de vraag, borduurde voort op het concept van het Baubüro en bracht het naar een hoger niveau. Dankzij deze benadering kreeg hij in november 2014 opdracht om de plannen uit te werken.
Interieur stroomlijnen
Na de dood van Rudolf Steiner in 1925 werd het interieur van het Goetheanum in fasen voltooid naar ontwerp van verschillende architecten. Hierdoor ontstond een grote diversiteit in vormgeving en ontbrak een helder en samenhangend concept. Dunselman: ‘Het leek soms zelfs of er gebouwtjes in het gebouw geplaatst waren, zo dominant was die vormgeving. Bij mijn eerdere bezoeken aan het Goetheanum zag ik vaak bezoekers vertwijfeld rondkijken, het was niet duidelijk waar de entree en de kaartverkoop was.’ Het Goetheanum ontvangt jaarlijks duizenden mensen van verschillende nationaliteiten, die er een conferentie, een voorstelling of een cursus bezoeken. De uitdaging voor Dunselman was om het gebouw weer uitnodigend, helder en eigentijds te maken en tegelijkertijd recht te doen aan het bijzondere karakter ervan. ‘Ik moest telkens een evenwicht vinden tussen het interieur dat ik aantrof en mijn nieuwe toevoegingen, bijvoorbeeld verlichtingsarmaturen uit de jaren ’70 combineren met moderne lichtlijnen, en de nieuwe openingen met de oude eikenhouten deuren. Wat herbruikbaar was, moest ik ook hergebruiken gezien het beperkte budget’.
Zichtlijnen en daglicht
De belangrijkste ingreep was de verplaatsing van de hoofdentree van de zuidzijde naar de westzijde, waar hij oorspronkelijk bedoeld was. De voetpaden naar het gebouw zijn verlegd zodat de bezoekers op een vanzelfsprekende wijze naar de westentree geleid worden. Ter weerszijden van de drie bestaande toegangsdeuren in de westgevel zijn twee verticale ramen aangebracht, om meer licht in het entreegebied te brengen.
Vanuit het verruimde entreeportaal is een directe en zichtbare verbinding gelegd naar de receptie, de garderobe en het centrale trappenhuis dat toegang biedt tot de foyer en de grote zaal. Het entreeportaal is ook hergebruikt, maar gespiegeld herplaatst, zodat meer ruimte en een logische route ontstaat. Vanuit de nieuwe receptie biedt een glazen wand zicht op het café in de ‘Wandelhalle’ aan de zuidzijde. Aan de noordkant van de entree bevinden zich de garderobe en de verkoop van kunst- en ansichtkaarten. Een glazen vouwwand verbindt deze ruimte met de boekwinkel, die weer verbonden is met een expositieruimte. Aan beide zijden van de entree is nu een logische opeenvolging van ruimten.
Vanuit receptie en garderobe verbeteren nieuwe doorgangen naar het centrale trappenhuis de doorstroming. Deze doorbraken brengen ook licht in het trappenhuis. ‘Toen we deze doorbraken gingen maken, bleek er achter de wanden al kozijnen met deuren te zitten, we hebben dus eigenlijk ‘onbewust’ in ons ontwerp de oude situatie hersteld,’ wijst Dunselman op de plattegrond. ‘Ook de afbraak van later geplaatste wanden maken de oorspronkelijke opzet en constructie meer beleefbaar en brengt meer daglicht naar binnen. Vlak voor de start van de bouw in 2015, bezocht ik op een warme zonnige dag het Goetheanum. Wat me toen opviel was dat overal kunstlicht brandde, zo donker was het binnen! Die situatie is nu sterk verbeterd.’
Rust in dynamiek
De geknikte vorm van de nieuwe lange balies reageert op de richtingen in de plattegrond en stuurt de route van de bezoekers in de receptie, het café en de boekhandel. ‘Vanuit rechte vormen breng ik dynamiek in het ontwerp, je start met rust. Voor de renovatie was het een en al beweging, dat was te veel. Ik heb rust en eenheid gebracht in de ruimte, onder andere in de balies, de lijnen in de vloeren en de plafonds.’ De esdoornhouten balies staan stevig verankerd op betonnen plinten. De trapeziumvorm in de kastdeurgreepjes verwijst naar dit vormmotief elders in het Goetheanum. Dit is een van manieren waarop Dunselman wil aansluiten op de subtiele samenhang tussen het gebouw als geheel, de onderdelen en details.
Begin 2015, na loskoppeling van de euro van de Zwitserse frank, steeg de frank dermate dat een ontmoetings- en expositieruimte, die Dunselman had ontworpen in de foyer tussen de entree en de grote zaal, (nog) niet is uitgevoerd. Ook hier, in het hart van het gebouw, zou daglicht doordringen via nieuwe transparante verbindingen met de belendende lichthoven. Hiermee zou de open en stromende ruimte van het openbare gebied zich helemaal uitstrekken tot aan de grote zaal en de andere meer besloten ruimten in de oostelijke helft van het Goetheanum.
Dit artikel is geschreven door Jacqueline Knudsen en gepubliceerd in ArchitectuurNL 01 2017