Het oeuvre dat Benthem Crouwel Architekten de afgelopen vijfentwintig jaar heeft opgebouwd is groot en indrukwekkend, maar het aantal voor particulieren ontworpen woonhuizen is op één hand te tellen. Daartoe behoort ook het glazen woonhuis aan de Museumlaan in Roombeek. De opdrachtgevers hadden een compact programma van eisen, maar wel een uitgesproken voorkeur voor moderne en gemakkelijk te gebruiken architectuur. Ondanks een gelimiteerd budget is het Jan Benthem gelukt een ontwerp te maken dat toch aan de strikte eisen van supervisor Pi de Bruijn kon voldoen.
Toen Pi de Bruijn de beeldregie voor de Museumlaan vaststelde, had hij een architectuur voor ogen met de allure en klasse die past bij een ‘toplaan’. De villa’s op de dertien beschikbare kavels ter weerszijden van de laan moeten één geheel gaan vormen met de stedenbouwkundige situatie. Dat betekent onder meer dat de woonhuizen op één rooilijn staan en dat er sprake is van forse volumes. Om hieraan tegemoet te komen heeft Jan Benthem een langgerekt volume ontworpen om zo de indruk te wekken van een groot gebouw dat over een woonoppervlak beschikt van minstens 200 m2 zoals de eis was. De feitelijke vloeroppervlakte is zelfs nog kleiner en bevindt zich hoofdzakelijk op de begane grond. Hier is naast een entree, keuken en woonkamer ook de hoofdslaapkamer gesitueerd met een eigen badkamer. Op de verdieping, die vanuit de keuken met een verzinkt stalen spiltrap bereikbaar is, bevinden zich twee kleinere slaapkamers met een beperkte badkamer en een kleine berging. Vanaf de overloop met vide is het dakterras bereikbaar. Om een maximale frontlengte te creëren is niet alleen het vloeroppervlak op de begane grond uitgerekt – hetgeen tevens resulteert in een relatief kleine dieptemaat – maar is ook de verdieping nog eens verschoven ten opzichte van het onderliggende volume. Hierdoor is op de kop van de woning een ruim overstek ontstaan dat ruimte geeft aan het parkeren van twee auto’s.
Suggestie van Pi
In de uitwerking van het bescheiden woonprogramma heeft de architect twee varianten ontwikkeld: één in glas en één in baksteen. Als liefhebbers van glas en licht kozen de opdrachtgevers direct voor het transparante, glazen ontwerp. Ook Pi de Bruijn kon zich hierin wel vinden, maar omdat de woning voor een groot deel slechts uit één bouwlaag bestaat, had hij wel de wens om het geheel iets hoger te maken. Een met verzinkte staalprofielen samengestelde pergola op het dakterras suggereert nu een groter volume en meer bouwmassa. Omdat het kavel de laatste is aan de Museumlaan, daar waar er een aansluiting is met de Schurinksweg, heeft de rooilijn een knik die ook in het bouwvolume is terug te vinden.
Glasplanken
Een geheel glazen huis wil in dit geval niet zeggen een geheel transparant huis. Met uitzondering van de kopgevels – waar de gevel boven en onder de raamstroken voorzien is van vlakke Rockpanel panelen – bestaan beide langsgevels uit verticaal geplaatste, gevelhoge glasplanken. De glasplanken van gefigureerd glas vormen het buitenblad van een spouwmuur. Het binnenblad is gemetseld, met uitzondering van het deel dat vanwege optredende trekkrachten (voortkomend uit het overstek van de verdieping) van gewapend beton is gemaakt. In de zowel aan boven- als onderzijde geventileerde spouw is een isolatielaag aangebracht. Aanvankelijk was aan de buitenzijde van deze isolatielaag een folie aangebracht voorzien van een metaalcoating. Omdat deze folie door het translucente glas van het buitenblad een ongewenst effect kreeg, is de folie nog tijdens de bouw vervangen door harde platen Rockpanel (type colours 6 mm, kleur lichtgrijs RAL 7035). Aan de tuingevel worden de glasplanken onderbroken door glaspuien. Vanwege de privacy is dat aan de straatgevel niet gebeurd en lopen de glasplanken vóór de raamstrook in de woonkamer langs. Zo wordt het licht wel, maar het zicht niet toegelaten.