Woningen voor ouderen blijken een steeds kortere levensduur te hebben. Een combinatie van te krappe normen en steeds mondiger senioren ligt hieraan ten grondslag. Een oplossing zou kunnen liggen in het creëren van overmaat, want hoewel de huidige normen hoger liggen dan vroeger, is dat geen garantie dat die over twintig jaar nog voldoende zijn. Berkenstede ging dit experiment aan.
Woonzorgcentrum Berkenstede vervangt de bijna 350 jaar oude Amstelhof in Amsterdam en een 30 jaar oude bejaardenflat in Diemen. Het complex biedt ruimte aan verschillende doelgroepen, er zijn woonruimtes voor gehandicapten, groepswoningen voor dementerende ouderen en appartementen voor verzorgingshuisbewoners en zelfstandig wonende senioren.
De appartementen hebben een oppervlakte van 55 tot 80 m2 en de gehandicaptenwoningen zijn met 75 m2 zelfs vier maal zo groot als de norm die er voor staat. Het is een van de ingrediënten om het complex een langere levensduur te geven.
Overdekte straat tussen 4 torens
Het gebouw bestaat uit vier woontorens die door middel van een overdekte straat met elkaar verbonden zijn. Aan deze straat liggen voorzieningen zoals een restaurant, een grand café, een kapper, een fysiotherapeut, een ontspanningsruimte en paramedische voorzieningen.
Deze voorzieningen zijn niet alleen voor de bewoners bedoeld, maar moeten een wijkfunctie krijgen, en niet alleen voor ouderen uit de buurt. Ook dit moet bijdragen aan een langere levensduur van het complex.
Het gebruik van goede, natuurlijke materialen is de derde factor die een lang functioneren van Berkenstede moet bewerkstelligen. Zo zijn er voor delen van de gevels zink, hout, gras en leisteen gebruikt en zijn er geen systeemplafonds toegepast, maar zijn alle plafonds gestuct.
Of al deze maatregelen voldoende zijn, valt natuurlijk niet te voorspellen, maar het is goed dat er over wordt nagedacht. Want voorlopig zal de vraag naar woningen voor senioren alleen maar toenemen en het zou prettig zijn als dit soort complexen langer meegaan.
Landschappelijke tuin
Gebouw en landschap zijn als een geheel ontworpen. Tussen de vier torens liggen tuinen, patio’s, terrassen en hellingen als een verborgen landschap. De begane grond is zo openbaar mogelijk gemaakt met diverse voorzieningen, de eerste verdieping is een dienstcorridor die alle verpleeg- en woonafdelingen met elkaar verbindt.
Het gebouw is op de onderste lagen transparant, waardoor het gebruikelijke hermetische karakter van een verpleeghuis ontbreekt. De vier torens met de woon- en verpleegafdelingen verschillen in bouwhoogte en in gevelbekleding. Hierdoor krijgt het een duidelijke meerwaarde, die bij vroegere verpleeghuizen meestal ontbreekt.
Om de herkenbaarheid te vergroten en het gebouw meer karakter te geven heeft elke toren een eigen naam. Op iedere verdieping is een bijpassende, verdiepinghoge foto van respectievelijk een boom (Bomentoren), een dier (Faunatoren), een vrucht (Fruittoren) of een bloem (Bloementoren).
Projectgegevens
Ontwerp | Dick van Gameren |
---|---|
Medewerkers | Ad Bogerman, Remco van Buuren, Javier Calvo, Arjan Dubois, Willmar Groenendijk, Daniëlle Huls, Sebastiaan Kaal, Elrick Mulder, Jan Schombara, Mark Sloof, Bastiaan Vlierboom, Helga van Wijk |
Opdrachtgever | De Principaal Amsterdam, in samenwerking met Cordaan, Amsterdam |
Hoofdaannemer | Heijmerink Bouw Utrecht, Bunnik |
Adviseur constructie | Zonneveld Ingenieursbureau, Rotterdam |
Start bouw | 2005 |
Oplevering | December 2006 |
Programma | 85 tweekamer verzorgingshuisappartementen, 46 zelfstandige serviceappartementen, 10 groepswoningen voor dementerende ouderen (6 per groep), somatisch verpleeghuis, kinderdagverblijf voor verstandelijk gehandicapte kinderen, grand café, restaurant, kapper, fysiotherapie, paramedische voorzieningen, winkel, wasserette en sportzaal |
Bouwsom | € 17.900.000 incl. installaties, excl. inrichting en BTW |
Leverancier wandbekleding | Vescom, Deurne |
Tekst | Peter Visser |
Foto's | Ger van der Vlugt |