De iepenlaan aan de noordoever van de Sloterplas is waarschijnlijk het mooiste stuk van de oever en strekt zich uit tussen het terras aan de noordoosthoek (café de Oostoever) en het meidoornbosje. Op de plek van het meidoornbosje komt het nieuwe Van Eesterenpaviljoen, een ontwerp van Korteknie Stuhlmacher Architecten. Het gebouw maakt daarmee deel uit van de monumentale aanleg van de noordoever van de Sloterplas, met een boulevardachtige allure. Tegelijkertijd vormt de locatie van het paviljoen een scharnierpunt en een overgangsgebied. Het paviljoen kijkt dan ook met een open gezicht naar twee kanten, naar zowel de grootse oostkant als de kleinschaligere westkant met de jachthaven. Het paviljoen is onderdeel van het Van Eesterenmuseum.
Natuur en modernisme
De geometrische, zuiver architectonische aanleg van de noordoever van de Sloterplas is in de loop van de tijd veranderd in een groen park. Het café de Oostoever heeft een lichte modernistische architectuur. In contrast daarmee is het ontwerp van het nieuwe museumpaviljoen afgestemd op het natuurlijke karakter dat de plek nu heeft. De vormentaal evenwel is schatplichtig aan het modernisme van de tijd waarin de Sloterplas is ontstaan. De combinatie van moderne eenvoud, duidelijke lijnen, veel licht, heldere, grafische kleuren en natuurlijke materialen past zowel bij de oorspronkelijke opzet en het gedachtegoed van Van Eesteren als bij de huidige tijd, en verzoent de liefde voor de natuur en het modernisme.
Inpassing in de stedenbouwkundige context
De dichte begroeiing van meidoornstruiken wordt volledig gekapt. De plek wordt heraangelegd als een groen tentoonstellingsplein dat aan de westkant wordt ingenomen van het nieuwe paviljoen. Aan de oostkant ontstaan hierdoor een driehoekig voorplein en aan de zuidzijde een eveneens driehoekig terras met uitzicht over het lager gelegen weiland met de plas op de achtergrond. Op het voorplein is er ruimte voor sculpturen en andere bij het VEM passende objecten. De geplande plaatsing van een grote maquette op schaal 1:2 van het Maison d’artiste van Cor van Eesteren en Theo van Doesburg (thans opgesteld in Delft) vormt de opmaat voor deze buitententoonstelling.
Museum en horeca
Het paviljoen is ontworpen als een rechthoekig en alzijdig volume met brede open gevels naar zowel het westen als het oosten. Het strenge ritme van houten draagstructuur is door het open karakter van het gebouw ook aan de buitenkant zichtbaar.
Binnen zijn er twee verschillende zones, met verschillende breedtes en hoogtes. De aan de noordkant gelegen ruimten worden ingericht voor het Van Eesterenmuseum. De zuidzijde van het gebouw wordt ingenomen door de caféruimte en de keuken, de zuidgevel heeft een afsluitbare veranda. De tussenliggende ruimten zijn flexibel en kunnen zowel deel uitmaken van de horeca als het Van Eesterenmuseum. Op de verdieping bevindt zich een multifunctionele ruimte voor het museum.
Gevel in hout en glas
In de architectuur vormen binnen en buiten, gebouw en natuur een eenheid. Sfeer, akoestiek en ruimtelijkheid worden bepaald door hout als het belangrijkste materiaal, veel natuurlijk licht, de oriëntatie naar voorplein en het park. De buitengevels zijn grotendeels transparant. De dichte delen worden bekleed met donker gebeitst of geschilderd hout. Het onderste gedeelte met brede planken en in de zone erboven met smalle planken en een decoratieve belettering van lichtgevende letters.
Op 27 januari 2017 start de bouw van het paviljoen
Tekst Jacqueline Knudsen